OOSTERHUIS R (2013) Dispersie en zwerfgedrag van Huismussen in Leek en Lettelbert. LIMOSA 86 (2): 80-87.
'Een echte Huismus' is iemand die het thuis naar
zijn zin heeft, geen uitgaanstype. Dit bekende gezegde
is gebaseerd op het feit dat Huismussen
standvogels zijn en dus ook in hun broedgebied
overwinteren. Dit hoeft echter niet te betekenen
dat ze het hele jaar op een plek verblijven; ook
Huismussen lijken zwerfgedrag te vertonen. Maar
hoe ver waagt de Huismus zich van huis? Dit artikel
beschrijft dispersie en zwerfgedrag van mussen
uit twee populaties in de provincie Groningen.
directe woonomgeving. De soort is de afgelopen decennia
enorm in aantal achteruit gegaan in Nederland en ten opzichte
van 1990 is de populatie ongeveer gehalveerd (Boele
et al. 2011). De oorzaken van deze achteruitgang zijn niet
goed bekend, want in tegenstelling tot gegevens over de
populatieontwikkeling zijn er vrijwel geen recente gegevens
beschikbaar over overleving, broedsucces en dispersie van
Huismussen in Nederland. Deze beperken zich tot gegevens
uit de jaren zeventig van de vorige eeuw, verzameld in urbane
en suburbane biotopen in Rotterdam ZH (Heij 1985).
Om meer inzicht te krijgen in de levenswijze van de Huismus
is de auteur in 2007 een onderzoek gestart waarbij individuen
worden gekleurringd in verschillende biotopen. Het
onderzoek vormt tevens een onderdeel van het Retrapping
Adults for Survival (RAS) project van het Vogeltrekstation. In
dit artikel worden dispersie en zwerfgedrag van Huismussen
in een verstedelijkt dorp en in lintbebouwing in agrarisch
gebied onder de loep genomen. De resultaten worden
vergeleken met waarnemingen uit het verleden uit Rotter dam en uit het buitenland. In Rotterdam werd vastgesteld
dat 98% van de Huismussen zich niet verder verplaatste dan
600 m van de ringlocatie, waarbij pas uitgevlogen jongen
in het najaar grotere afstanden aflegden dan adulte vogels
(Heij 1985).
[pdf alleen voor leden] [english summary]
|