Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

KLEIJN D (2006) Leidt weidevogelbeheer door boeren tot hogere dichtheden van weidevogels?. LIMOSA 79 (2): 74-74.

Themadag: 'Vogels van het agrarisch gebied'

Boeren in de gehele Europese Unie worden gesubsidieerd om maatregelen te nemen die natuur en milieu op hun bedrijf bevorderen. In Nederland richten de belangrijkste van deze zogenaamde beheersovereenkomsten zich op de bescherming van weidevogels (met name Grutto, Tureluur, Kievit en Scholekster). De voornaamste maatregel van deze weidevogelpakketten is het uitstellen van de eerste maaiof weidedatum in het seizoen. Deze maatregel verhoogt de legsel- en kuikenoverleving, maar minder duidelijk is of het ook leidt tot een verhoging van de lokale weidevogelstand.
      Een landelijke paarsgewijze vergelijking van percelen met en zonder weidevogelpakketten toonde aan dat dichtheden vergelijkbaar of zelfs lager waren op percelen met uitgestelde maai/weide datum. Vervolgstudies wezen uit dat, bij aanvang van de beheersovereenkomsten, weidevogeldichtheden vaak hoger waren op percelen met beheersovereenkomsten dan op de omliggende percelen. Waarschijnlijk komt dit doordat beheersovereenkomsten bij voorkeur op percelen met veel weidevogels worden afgesloten. Echter, na de start van het agrarisch natuurbeheer waren, ten opzichte van gangbaar beheerde percelen, de trends op percelen met een weidevogelpakket vergelijkbaar of zelfs negatiever.
      De aanvankelijke voorkeur van weidevogels om percelen met beheersovereenkomsten te kiezen als nestplaats lijkt vooral te worden gestuurd door de relatief hoge grondwaterstand van deze percelen. De afnemende populariteit van dit type percelen na aanvang van het beheer heeft vermoedelijk deels te maken met de verminderde mestgift op deze percelen. Minder bemesting leidt tot minder regenwormen (de voornaamste prooidieren van volwassen steltlopers) waardoor deze percelen mogelijk als minder aantrekkelijk worden ervaren door steltlopers dan naburige gangbaar bemeste percelen.
      Weidevogelbeheer op boerenland kan derhalve effectiever gemaakt worden door niet alleen het maai/weide beheer aan te passen maar ook de grondwaterstand te manipuleren. Tevens dient beter rekening gehouden te worden met de indirecte gevolgen van het aangepaste beheer op de nestplaatskeuze van vogels.

[pdf alleen voor leden] [english summary]



limosa 79.2 2006
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster