GENEIJGEN P VAN (2005) THEMADAG 'PROOI-PREDATORINTERACTIES BIJ VOGELS': Nachtbrakende Slechtvalken. LIMOSA 78 (2): 80-81.
De Slechtvalk jaagt net als de Sperwer alleen op
vogels. De Sperwer is een wendbare sprinter
die als een struikrover opereert met overrompelingsvluchten
uit een hinderlaag. De Slechtvalk
is in alle opzichten het tegenovergestelde. Met
een snelheid die gewoonlijk in superlatieven beschreven
wordt is hij in staat om vogels in te halen
die op honderden meters afstand langsvliegen.
Zoals iedere wegpiraat weet gaat snelheid
echter ten koste van wendbaarheid. Hierin liggen
de ontsnappingskansen voor de prooi,
want een aanstormende Slechtvalk kan plotselinge
koersveranderingen niet onmiddellijk volgen.
Vogels met stalen zenuwen en een perfect
gevoel voor timing kunnen daardoor iedere aanval
ontwijken.
Door die grote snelheid zijn Slechtvalken gebonden
aan jachtgebieden zonder al te veel obstakels.
Kale landschappen zoals het Waddengebied,
de veenweiden of de Delta zijn favoriet,
mede door hun grote vogelrijkdom. In bossen of
stedelijk gebied speelt hun leven zich voornamelijk
af in het open luchtruim daarboven. Er
wordt gejaagd op overtrekkende vogels die
zich in stad of bos ook niet thuis voelen. Vanaf
hoge zitplaatsen met een onbelemmerd uitzicht
worden alle langstrekkende vogels bekeken en
getaxeerd. Dit 'vogels kijken' gaat de hele dag
door en de Slechtvalk is dus eigenlijk een professionele
ornitholoog met trekvogels als specialisatie.
Bij de uitbreiding van het huidige
broedareaal worden locaties langs belangrijke
vogeltrekroutes als eerste bezet.
De laatste jaren komen hoge bouwwerken in
stedelijk en industrieel gebied steeds meer in
zwang als slechtvalkenverblijfplaats. Dankzij
onze 24-uurseconomie is deze omgeving sterk
verlicht waardoor ook 's nachts overvliegende vogels zichtbaar worden. Een deel van de vogeltrek
in voor- en najaar speelt zich 's nachts
af. Door stuwing langs de kust of aantrekking
door felle lichtbronnen kunnen grote aantallen
vogels binnen het schijnsel van kunstlicht doortrekken.
Uit diverse waarnemingen en prooivondsten
blijkt dat Slechtvalken hiervan profiteren
door ook 's nachts hun slag te slaan.
Uitgesproken nachttrekkers zoals ralachtigen,
kwartels, snippen en kleine futen kunnen in de
trektijd een belangrijk deel van het menu vormen.
Slechte vliegers zoals ralachtigen worden
soms zo veel gevangen dat ze niet of amper
worden opgegeten. Buiten de invloed van
kunstlicht zijn dergelijke drama's niet waargenomen.
Het is verleidelijk om te denken dat deze
soorten uitsluitend 's nachts trekken om te grote
predatierisico's te vermijden. Dat deze strategie
geen volledige bescherming biedt, zeker nu
steeds meer van onze omgeving ook 's nachts
verlicht is, laten de gevonden prooien zien.
[gratis pdf] [english summary]
|