CASTELEIJNS H (2001) Dramatische achteruitgang van de Patrijs Perdix perdix in Midden Zeeuws-Vlaanderen. LIMOSA 74 (1): 32-35.
De Patrijs is een standvogel die in Nederland vooral
voorkomt in landbouwgebieden. Zeeland en in
het bijzonder Zeeuws-Vlaanderen werd altijd als
een bolwerk van de soort in Nederland beschouwd
(Sovon 1987, Vergeer & Van Zuijlen 1994). Het is
maar de vraag of dat nu nog het geval is. Uit drie
sneeuwtellingen van Patrijzen is namelijk gebleken
dat de soort in Midden Zeeuws-Vlaanderen sinds
1991 sterk is afgenomen. In deze korte bijdrage
worden de resultaten van deze tellingen besproken.
In februari 1991, februari 1994 en december 2000
werden in Midden Zeeuws-Vlaanderen Patrijzen
geteld bij een (vrijwel) gesloten sneeuwdek. Ondanks de sneeuw zullen er, vooral als ze zich ophouden
in boomgaarden (1 % van het oppervlak)
en in bos (3% van het oppervlak) Patrijzen worden
gemist. Omdat telkens op dezelfde wijze werd geteld,
zijn de resultaten echter onderling goed vergelijkbaar. Grootschalige gebieden werden met de auto
doorkruist en met behulp van een kijker (vergroting
10x) en een telescoop (vergroting 20-30x) afgezocht.
De maximale afstand waarover op deze wijze
naar Patrijzen werd gezocht bedroeg 650 m.
Meestal was de afstand veel geringer. In kleinschalige
gebieden vond de verplaatsing per fiets
plaats. Er werd dan alleen gebruik gemaakt van
een kijker (vergroting 10x). De maximale afstand
waarover dan naar Patrijzen werd gezocht bedroeg
400 m. Het voordeel van verplaatsing per
fiets boven verplaatsing per auto was dat, om een
beter uitzicht te hebben, men eerder geneigd is
om op een van de vele in het gebied aanwezige
dijken te klimmen.
Tijdens de tellingen was niet voortdurend sprake
van een volledig gesloten sneeuwdek. Ais later op
de dag door instraling van de zon of door een oplopende
temperatuur, bijvoorbeeld kluiten op geploegde
akkers boven de sneeuw uitkwamen,
werd het tempo waarin werd geteld verlaagd. Gemiddeld
werd er per uur c. 350 ha geteld. Bij minder
gunstige omstandigheden zakte dat tot c. 250
ha per uur. In de drie winters werd achtereenvolgens
18, 25 en 20 uur geteld.
De waargenomen Patrijzen werden in het veld
per groep ingetekend op een topografische kaart.
Achter het bureau werden de aantallen per deelgebied
(meestal een polder, zie hierna) gesommeerd.
Indien een deelgebied niet werd geteld, is het aantal
voor dat deelgebied geschat op basis van de
dichtheid van een overeenkomstig deelgebied.
Patrijs Perdix perdix
[gratis pdf] [english summary]
|