(1981) Recensie: Philippona, J. 1980. De Kleine Rietgans. LIMOSA 54 (3): 106-106.
PHILIPPONA, J. 1980. De Kleine Rietgans. Kosmas,
Amsterdam. 64 p. Prijs f 22,50.
Ook al zo'n enthousiast geschreven deeltje in de Kosmos-
serie waaruit blijkt hoezeer de auteur van "zijn"
vogelsoort houdt en hoeveel hij er van weet. Welke
gedachten overigens van het in de inleiding geciteerde
werk van M. A. Ogilvie (Wild Geese, 1978) afkomstig
zijn en welke origineel zijn zou aileen moeizaam te
106
achterhalen zijn. De auteur kent de in Nederland
overwinterende ganzen van haver tot gort, met inbegrip
van de traditionele overwinteringsgebieden van
de Kleine Rietgans in Friesland, en heeft in 1976, 1978
en 1980 met Ekko Smith de Kleine Rietgans in het
door plannen voor hydro-electrische werken bedreigde
Thj6rsa-dal op IJsland zelf opgezocht. De bijzondere
broedplaatsen (op verweerde kale lava-rotsen) worden
uitvoerig beschreven en de gedachte wordt er aan verbonden
dat juist aan deze omgeving de Kleine Rietgans
zijn mooie grijze tint over het overigens roodbruine
rietganzenverenkleed te danken heeft. Uitvoerig
wordt ingegaan op -trek en overwintering en het wordt
gesuggereerd dat thans niet zo zeer de overwinteringsgebieden
dan wei de omvang van de broedplaatsen
aan een mogelijke populatiegroei paal en perk zal stellen
(in Engeland en Schotland nam het aantal overwinterende
Kleine Rietganzen tussen 1950 en 1974 toe
van 30000 tot 90000!). Indrukwekkende foto's uit
broed- en wintergebieden en wat rommelige lijntekeningen
van Robin d'Arcy Shillcock geven aan dit deel"
tje een fraai uiterlijk. Jammer overigens dat er zo veel
storende drukfouten in voorkomen en dat de bijschriften
bij de figuren 19 en 23 niet kloppen. Dat het te verteren
voedsel van de "spiermaag" naar de "maag"
gaat en vervolgens vandaar naar de ingewanden (: 42)
is natuurlijk niet juist: de ingang naar de twaalfvingerige
darm ligt in de ,,spiermaag".
Recensie van K.H. Voous
[gratis pdf] [english summary]
|