Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

(1981) Recensie: Bijlsma, R. 1980. De Boomvalk. LIMOSA 54 (3): 105-106.

BIJLSMA, R. 1980. De Boomvalk. Kosmos, Amsterdam. 95 p. Prijs f 22,50.

Deze serie, die een populair-wetenschappelijke reeks van vogelmonografieen wil gaan vormen, is vergelijkbaar met de thans reeds befaamde "Neue BrehmBiicherei", maar verschilt daarvan door een meer artistieke, Scandinavisch aandoende typografie, minder redactioneel gedwongen uniforme opzet, geringer streven naar volledigheid en - tot heden - grotere leesbaarheid. De prijs voor deze voordelen is de veel minder doorzichtige verwijzing naar en verantwoording van de gebruikte literatuur.
      Aan het hier besproken deeltje, dat volgens het voorwoord van de auteur "gaat over Boomvalken op de Zuid-West Veluwe", liggen minstens vijf jaren van 2300 uren veldwerk per jaar ten grondslag. De auteur heeft dan ook heel wat te vertellen. Hij doet dat met enthousiasme en in kleurrijke taal, die soms evenwel grammaticaal slordig of onnodig populair en soms te veel menselijk geïnterpreteerd is, zoals de opmerking dat het voedselaanbrengende mannetje het plukken van de prooi af en toe door roepen onderbreekt "zodat het wijfje weet dat ze niet lang op prooi hoeft te wachten" (: 20), of ook, dat de jongen als zij opgroeien "egocentrischer" worden en "niet op hun achterhoofd zijn gevallen" (: 59). De 24 hoofdstukjes die het gehele leven van de Boomvalk omvatten zijn wat slordig gerangschikt, maar bevatten met 48 foto's, 19 tekeningen,5 kaarten, 15 grafieken en 10 tabellen veel wetenswaardigs. Men krijgt wel de indruk dat sommige gegevens met onvoldoende kritiek zijn gepresenteerd, terwijl andere moeilijk te controleren zijn: b.v. "In de loop der jaren heb ik de eerste aankomst [in het voorjaar op de broedplaats, KHV] met enige zekerheid in 26 gevallen meegemaakt en wel 14 maal als duo, vijfmaal als trio en de overige keren betrof het een enkeling" (: 32). Ook de vastgestelde vliegsnelheden en lengte van de stootduiken kunnen nauwelijks op exacte gegevens hebben berust: stootduiken tot 4 km lengte en topsnelheid van 203 km/uur (tabel 6 en 7). Interessant is het hoofdstukje over "de aanwezigheid en functie van onvolwassen Boomvalken op de broedplaatsen", waarmee iets anders wordt bedoeld dan dieren behorend tot de zgn. surplus- of floating populatie. Maar of foto 9 (niet door de auteur genomen!) met het bijschrift "de solitaire, onvolwassen Boomvalk verraadt zijn status door oplettend en onrustig in het rond te spieden" werkelijk op zo'n eenjarige en ongepaarde Boomvalk betrekking heeft, is allerminst te bewijzen. De beschouwingen over legselgrootte en broedsucces zijn boeiend, maar soms wat te vlot geïnterpreteerd. Andere gedachten, zoals de "aanpassing" van het jachtgedrag van het mannetje aan de "vraag" volgens leeftijd en aantal van de jongen (geldt ook voor andere soorten), zijn goed en origineel. Opvallende gegevens zijn tenslotte die over ongestuwde trek van Boomvalken in het voorjaar (1975-79 : 46 vogels in 555 waarnemingsuren) en in het najaar (197479 : 168 vogels in 2045 uren) en die over de prooien (niet de prooikeus, zoals de titel van het hoofdstuk aangeeft), waaronder maar liefst 180 Kruisbekken vermeld worden, dat is 13 aantalsprocenten! Een zeer stimulerend boekje van een zeer actieve, maar niet altijd voldoende kritische auteur en waarnemer.

Recensie van K.H. Voous

[gratis pdf] [english summary]



limosa 54.3 1981
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster