Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

BROM TG (1981) Sabines watersnip in Nederland. LIMOSA 54 (2): 66-66.

In de collectie van het Instituut voor Taxonomische Zoölogie (Zoölogisch Museum) te Amsterdam bevindt zich een Watersnip Gallinago gallinago (m. 29 003) in een volkomen afwijkend verenkleed. Het betreft een (waarschijnlijk eerstejaars) 0 dat in september 1916 in Friesland werd verzameld. Dit exemplaar is zeer donker en wijkt verder op een aantal punten af van een normale Watersnip. De bovenzijde van de kop is zwartbruin en mist de lichte streep in het midden. De mantel- en schouderveren zijn zwartbruin met een roodbruine vlekking, doch zonder de karakteristieke lichte lengtestreping. De bovenvleugeldekveren zijn zwartbruin met een roodbruine bandering. De zijkant van de kop en de keel zijn egaal donkerbruin. De onderzijde is donkerbruin met roodbruine dwarsbandjes, die alleen op het midden van de buik ontbreken. De ondervleugeldekveren en okselveren zijn egaal bruin zander een spoor van witte bandering. De handpennen zijn geheel bruin; alleen de buitenste heeft een lichte schacht, doch geen lichte buitenvlag zoals in een normaal gekleurde Watersnip. Alle 14 staartveren zijn donkerbruin met een smallere roodbruine dwarsbandering dan normaal.
      De vleugellengte is 134 mm, staart 53 mm, snavel 62.7 mm en tarsus 30.5 mm. Deze afmetingen vallen binnen de variatie van de nominaat vorm en ook van de ondersoort faeroeensis van IJsland, Faeroer, Orkney en Shetland. Deze donkere Watersnip uit Friesland voldoet geheel aan de beschrijving van de zogenaamde "Sabine's Watersnip" (door Vigors in 1825 "Scolopax sabini" genoemd) zoals deze gegeven wordt door Pycraft (1905) en Witherby et al. (1940). We hebben hier niet zomaar een geval van melanisme (dat bij de Watersnip ook voorkomt!), maar met een geheel verschillend getekende Watersnip. Deze variant werd voornamelijk in de vorige eeuw vastgesteld in Ierland (tussen 1825 en 1895 ongeveer 55 maal), iets minder vaak in het zuiden van Engeland, en incidenteel in andere landen, zoals eenmaal (1889) in Denemarken (Salomonsen 1947), eenmaal in Duitsland (Glutz von Blotzheim et al. 1977), eenmaal (voor 1916) in Frankrijk (Hartert 1912-1921), eenmaal (1929) in Noord Amerika (Van Tyne 1945) en dus nu ook in ons land.
      Tot welke ondersoort de in Europa aangetroffen donkere exemplaren behoren, is nooit geheel duidelijk geweest. Immers, Ierland, het gebied waar de meeste meldingen vandaan komen, is het belangrijkste overwinteringsgebied van faeroeensis. Zeer opmerkelijk is dat de "Sabine's Watersnip" de laatste tientallen jaren niet meer is waargenomen, zodat nieuwe vondsten in Nederland niet te verwachten zijn.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 54.2 1981
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster