Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

VALK R VAN DER (1996) De mogelijke invloed van vossen Vulpes vulpes op de broedbiologie van de kuifeend Aythya fuligula in de Amsterdamse waterleidingduinen. LIMOSA 69 (3): 97-102.

Kuifeend Aythya fuligula De toename van de Kuifeend als broedvogel in Nederland begon ongeveer 40 jaar geleden. Nu broedt deze soort, behalve in de duingebieden van Noord- en Zuid-Holland, in aIle lage gebieden van Nederland (Teixeira 1979). Vanaf 1970 worden in de Amsterdamse Waterleidingduinen (AWD) de watervogels op gestandaardiseerde wijze geteld (Vader 1992). Omstreeks 1980 deed de Vos zijn intrede in de duinen, hetgeen invloed had op veel grondbroeders. Het aantal broedparen van de Kuifeend liep hierdoor na 1981 sterk terug (figuur 1). In het eerste infiltratiegebied neemt het aantal broedparen sinds 1987 echter weer opvallend toe (van der Valk 1994). Het eerste infiltratiegebied, direct ten zuidoosten van Zandvoort gelegen, is 214 ha groot en bestaat voor 29 ha uit geulen en toevoersloten. Ingrijpende grondwerkzaamheden in 1957 maakten dit eertijds droge duingebied geschikt als infiltratiegebied van rivierwater voor de produktie van drinkwater voor Amsterdam en omliggende gemeenten. Het water wordt ingelaten via ruim tien evenwijdig lopende infiltratiegeulen. Tussen de geulen liggen lager gelegen stroken land, de drains. Door deze drains worden paden vrijgehouden ten behoeve van de onderhoudswerkzaamheden. Na zekere tijd komt het ingelaten water in de veel lager gelegen omloopkanalen terecht waama het wordt afgevoerd naar de zuiveringsinstallatie bij de Oranjekom. De oevers van de geulen zijn z sterk verruigd met veel Riet, maar langs de kanalen is deze begroeiing vrijwel afwezig. Hierdoor bieden de geulen, die bovendien ondieper en veel bochtiger zijn dan de kanalen, veel betere foerageer- en schuilmogelijkheden voor eenden met pulli. Dit artikel gaat in op de mogelijke invloed van predatie door Vossen op het begin van de eileg en op de ontwikkeling van het broedsucces. Verder wordt een nieuwe methode geintroduceerd om uit de wijziging van de sexeverhouding in de loop van het broedseizoen het broedbegin afteJeiden.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 69.3 1996
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster