Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

LENSINK R (1996) De opkomst van exoten in de Nederlandse avifauna; verleden, heden en toekomst. LIMOSA 69 (3): 103-130.

In dit artikel wordt het voorkomen van exoten in Nederland aan de orde gesteld. De ontwikkelingen in het veld gaan de laatste jaren steeds sneller, terwijl er weinig over geschreven wordt. Onder exoten versta ik vertegenwoordigers van vogelsoorten of populaties die niet tot onze avifauna behoren of behoord hebben en die hier voorkomen dankzij de al dan niet bewuste hulp (ontsnapping of vrijlating) van de mens (naar Anonymus 1988). In The ecology ofinvasions by animals and plants is door Elton (1958) voor het eerst aangegeven wat de consequenties konden zijn, wanneer een saort een gebied koloniseert. Speciale aandacht werd gegeven aan introductie en succesvolle kolonisatie van exoten op continenten en eilanden en de negatieve gevolgen daarvan voor inheemse soorten door concurrentie en overdracht van ziekten. Ten tijde van deze publicatie had de avifauna van Nederland nog nauwelijks te maken met introducties. WeI werden al veel uitheemse vogelsoorten gehouden. Ontsnapte of vrijgelaten vogels hebben zich sindsdien in het vrije veld gevestigd en broedpogingen gedaan. Een aantal van deze soorten is flink in aantal toegenomen en heeft zich een plaats in onze avifauna verworven. In de Atlas van de Nederlandse broedvogels (Teixeira 1979) zijn de soorten besproken die in de periode 1973-77 in Nederland voorkwamen. In de Atlas van de Nederlandse vogels (SOVON 1987) is aIleen het voorkomen in 1978-83 van de toen talrijkere soorten summier beschreven. Over het voorkomen na 1983 zijn geen landelijke overzichten meer verschenen. De discussie in 1994 en 1995 (Vogeljaar 42: 60, 126-128, 273, 43:134) over het juiste aantal Halsbandparkieten Psittacula krameri in de grote steden, is tekenend voor de behoefte aan recente gegevens. Met dit artikel wil ik deze lacune in de kennis vullen. Eerst ga ik in op de ontwikkeling van het aantal broedende exoten in de afgelopen 25 jaar. Daama bespreek ik een aantal eigenschappen van deze soorten, die het al dan niet succesvol zijn van de vestiging kunnen verklaren. Het zwaartepunt van dit artikel ligt op de geschiedenis van vestiging en uitbreiding van zeven talrijke soorten, hun huidige verspreiding binnen en buiten het broedseizoen en habitatkeus. Vergelijkbare gegevens over andere exoten worden gegeven in Lensink (1996). ##### Grote Karekiet Acrocephalus arundinaceus Kuifeend Aythya fuligula Kolgans Anser albifrons Canadese Gans Branta canadensis Brandgans Branta leucopsis Nijlgans Alopochen aegyptiaca Mandarijneend Aix galericulata Fazant Phasianus colchicus Halsbandparkiet Psittacula krameri Chileense Flamingo Phoenicopterus chilensis Zwarte Zwaan Cygnus atratus Indische Gans Anser indicus Casarca Tadorna ferruginea Krooneend Netta rufina Flamingo Phoenicopterus roseus Afrikaanse Knobbelgans = Zwaangans Anser cygnoides Rietgans Anser fabalis Magelhaengans Chloephaga picta Muskuseend Cairina moschata Brilduiker Bucephala clangula Blauwgele Ara Ara ararauna Monniksparkiet Myiopsitta monachus Carolina-eend = Carolina eend Aix sponsa Witoogeend Aythya nyroca Rosse Stekelstaart Oxyura jamaicensis Rode Patrijs Alectoris rufa Blauwe Pauw Pavo cristatus Valkparkiet Nymphicus hollandicus Sint-Helenafazantje Estrilda astrild Zebravink Taeniopygia guttata Chileense Flamingo Phoenicopterus chilensis Zwarte Zwaan Cygnus atratus

[gratis pdf] [english summary]



limosa 69.3 1996
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster