Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

LOONEN MJJE & VRIES C DE (1995) De Grauwe Gans Anser anser als standvogel in ZW-Nederland. LIMOSA 68 (1): 11-14.

Recent is er een snelle groei geweest van de broedvogelpopulatie van de Grauwe Gans op de Scheelhoek bij Stellendam (ZR). In 1981 werden er zeven broedparen vastgesteld; in 1992 was dit aantal reeds gegroeid tot 100 paar (gegevens Natuurmonumenten). Met de snelle toename van het aantal broedende Grauwe Ganzen nemen ook de problemen toe met boeren in de omgeving. In het voorjaar grazen Grauwe Ganzen regelmatig op akkerbouwgewassen zoals wintergraan en graszaad, en veroorzaken daannee schade aan deze gewassen. Intensief verstoren van de ganzen en het plaatsen van vlaggen bleken nauwelijks afdoende om de schade te voorkomen. In de afgelopen jaren is daarom vergunning verleend door het Ministerie van LNV (op grond van artikel53 van de Jachtwet) om op schadegevoelige percelen ganzen te schieten in de periode van maart tot september. Maar de exponenti?le toename van het aantal nesten heeft de vrees doen ontstaan, dat de schade in de omgeving desondanks nog verder zal toenemen. Daarom wordt door de terreinbeheerder overwogen in te grijpen in de populatieontwikkeling, bijvoorbeeld door een deel van de eieren te schudden, waardoor de reproduktie afneemt. Voordat er echter beheersmaatregelen genomen worden, is besloten tot nader onderzoek. Op Goeree Overflakkee behoren lang niet aIle Grauwe Ganzen tot de Nederlandse broedvogels. Ook doortrekkende en overwinterende ganzen van broedpopulaties elders uit Europa gebruiken dit gebied. Het aantal overwinterende Grauwe Ganzen in ZW-Nederland is de laatste jaren sterk toegenomen. Zo zijn er in het Verdronken Land van Saeftinge in januari 1991 30 000 ganzen waargenomen (Castelijns et ai. 1991). Onderzoek elders in Nederland heeft reeds laten zien, dat de lokale aantallen Grauwe Ganzen van specifieke herkomst kunnen zijn en dat het aantalsverloop verklaard kan worden door trekpatronen van individueel gemerkte Grauwe Ganzen (Voslamber et ai. 1993). In Scandinavie zijn Grauwe Ganzen uitgerust met blauwe halsbanden (Nordic Greylag Goose Working Group 1988) en deze worden ook waargenomen rond de Scheelhoek. Om inzicht te krijgen in het terreingebruik van de lokale broedvogels is een ringprogramma gestart, waarbij Grauwe Ganzen van de lokale broedpopulatie zijn uitgerust met groene halsbanden. In dit artikel zal het verspreidingspatroon van de lokale broedvogelpopulatie van de Scheelhoek worden beschreven en vergeleken met het verspreidingspatroon van buitenlandse broedvogels Grauwe Gans Anser anser

[gratis pdf] [english summary]



limosa 68.1 1995
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster