BOS J (2013) Graanstoppels en akkervogels. LIMOSA 86 (3): 122-131.
Graanstoppels vormen in najaar en winter een
bron van voedsel voor vogels, met name als tijdens
de voorafgaande graanteelt de inzet van herbiciden
wordt beperkt, de stoppelvelden vanaf de
nazomer bezet raken met onkruiden en ze niet te
vroeg in de winter worden geploegd. In het Verenigd
Koninkrijk is veel onderzoek gedaan naar de
betekenis van graanstoppels voor overwinterende
akkervogels. Dit artikel biedt een samenvatting
van de inzichten die dit onderzoek heeft opgeleverd,
met een doorkijkje naar kansen voor toepassing
in Nederland.
Door effi ciëntere oogsttechnieken, afname van het areaal
graanstoppels en de door herbicidengebruik veroorzaakte
afname van onkruiden in het landelijk gebied is het voedselaanbod
voor zaadetende akkervogels in het winterhalfj aar in
de afgelopen decennia sterk afgenomen (o.a. Newton 2004,
Wilson et al. 1999, Bijlsma 2013). In het Verenigd Koninkrijk
is het verminderde voedselaanbod in het winterhalfj aar één
van de oorzaken van de afname van populaties van boerenlandvogels
(Siriwardena et al. 2000, Robinson & Sutherland
2002, Butler et al. 2009). Het gebrek aan voedsel treedt met
name op in de tweede helft van de winter (Siriwardena et
al. 2007, 2008), wanneer de aanvankelijk beschikbare voedselbronnen
zijn uitgeput en het aanbod aan gewasstoppels
door grondbewerking is afgenomen. Omdat de agrarische
ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk op hoofdlijnen
gelijk lopen met die in Nederland, is het aannemelijk dat
wintervoedselgebrek ook in ons land een rol speelt bij de
afname van akkervogels in heden en verleden.
Een deel van de in de literatuur beschreven maatregelen
voor akkervogels richt zich op het verhogen van het voedsel aanbod in de winter. Voor zover deze maatregelen
op landbouwbedrijven worden uitgevoerd, moet daarvoor
een deel van het areaal uit productie worden genomen. Vermoedelijk
zal in landbouwgebieden het niet-productieve
oppervlak met beschermingsmaatregelen altijd een klein
deel blijven uitmaken van het totale areaal. Voor akkervogels
zou daarom grote winst kunnen worden geboekt als ook in
het productieve deel van het landbouwbedrijf eff ectieve
maatregelen kunnen worden genomen die niet of nauwelijks
ten koste gaan van de productie. Een voorbeeld van zo'n
maatregel is het laten overwinteren van de stoppel van een
graangewas. Uit onderzoek is gebleken dat een breed scala
aan akkervogels 's winters een voorkeur heeft voor graanstoppels
boven andere in het agrarisch cultuurlandschap
aanwezige habitats, zoals graslanden, onbegroeide akkers
en ingezaaide wintergraanakkers. Deze voorkeur hangt samen
met twee eigenschappen van graanstoppels: ze bieden
dekking èn toegankelijk voedsel. Dit wordt hierna verder
uitgewerkt voor (gedeeltelijke) zaadeters zoals Patrijs Perdix
perdix, Veldleeuwerik Alauda arvensis en diverse gorzensoorten,
en voor muizeneters.
[pdf alleen voor leden] [english summary]
|