(2003) Recensie: Ommen E. van & .Ouweneel G. 2003. De Dwergganzen van Anjum. LIMOSA 76 (1): 126-127.
De Dwergganzen van Anjum. E. van Ommen & G.
Ouweneel 2003. KNNV Uitgeverij, Utrecht. 112 pagina's.
Full color, gebonden. 21x23 cm. ISBN 90
5011 170 X. Prijs €24,95.
Dankzij de geniale experimenten van Lambart von
Essen kunnen we in Nederland weer Dwergganzen
bewonderen. Von Essen probeerde in de tachtiger
jaren de bedreigde populatie Dwergganzen
te redden van de ondergang en bedacht dat de ganzen dan in Noordwest-Europa zouden moeten
overwinteren in plaats van in het door de jacht onveilige
Zuidoost-Europa waar ze van nature overwinterden.
Om jonge Dwergganzen een nieuwe
zuidwestelijke trekroute aan te leren van broedgebieden
in Lapland naar overwinteringsgebieden
langs de Noordzee (waaronder Nederland), bracht
hij jonge vogels onder in pleeggezinnen Brandganzen
die van nature deze trekroute volgden. Deze
opzet is zonder meer geslaagd en inmiddels is
er een populatie van zo'n 100 West-Europese
Dwergganzen. "De Dwergganzen van Anjum"
- opgedragen aan Lambart von Essen - gaat over
deze vogels en vogelaars die de ganzen volgen in
Nederland en Lapland.
Het boek bestaat feitelijk uit twee verhalen die in
elkaar zijn gevlochten. De schilderijen en tekeningen
van Erik van Ommen vertellen het verhaal van
de Dwergganzen, de tekst van Gerard Ouweneel
het verhaal van de vogelaars die hun gangen nagaan.
De tekst is in dagboekstijl geschreven, anekdotisch
van aard en verraadt het ongekende enthousiasme
waarmee de Dwergganzen gevolgd
worden. Heel herkenbaar voor waarnemers in het
veld, maar met nogal wat letterlijk genoteerde uitspraken
in het veld die bij mij geen blijvende indruk
achterlaten. De tekst is afgewisseld met informatieve
intermezzo's (als krantenartikeltjes). Het boekje
is echter niet bedoeld als naslagwerk van biologische
informatie over bijvoorbeeld populatieontwikkeling,
broedsucces of habitatgebruik, hoewel
daar soms tussen de regels door wat over te vinden
valt. Storend in de opmaak is dat een aantal
tekstblokken, waaronder de inleiding, over aquarellen
heen geplaatst is en daardoor zeer slecht
leesbaar. Jammer van tekst en schilderijen. De
twee verhalen blijven tot het eind gescheiden: na
het lezen van de tekst heb je de Dwergganzen zelf
nog niet echt leren kennen. Dat maken de schilderijen
en tekeningen echter meer dan goed. Met
precisie en ogenschijnlijk gemak zijn het karakter
van de ganzen en de wereld om hen heen, landschappen,
en anekdotes verbeeld in schetsen en
aquarellen. Net als in veel andere boekjes van Erik
van Ommen is hier geen sprake van illustraties,
maar vertellen de platen feitelijk het verhaal. Ik verheug
me wat dat betreft op hun volgende boekje:
"De Grauwe Kiekendieven van 't Oldambt" (eind
2004).
Recensie van Joep de Leeuw
[gratis pdf] [english summary]
|