Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

(2001) Recensie: Meininger P L. ...(et al). 2000. Kustbroedvogels in het Noordelijk Deltagebied: ontwikkelingen, knelpunten en potenties. LIMOSA 74 (2): 77-78.

Kustbroedvogels in het Noordelijk Deltagebied: ontwikkelingen, knelpunten en potenties. Meininger P. L. Arts F. A. & van Swelm N. D. 2000. Rapport RIKZ/2000.052. Rijksinstituut voor Kust en Zee/ Stichting Ornithologisch Station Voorne, Middel burg/ Oostvoorne. ISBN 90-369-3435-4. Verschenen in beperkte oplage. Voor serieuze geïnteresseerden is een exemplaar verkrijgbaar bij P. L. Meininger, tel, 0118-672331.

Dit fraai vormgegeven boekje gaat in op de veranderingen in gebieden en kustbroedvogels in het Noordelijk Deltagebied. De 'natuurlijke teloorgang' van dit gebied mag bekend worden verondersteld. Uitbreiding van de Rotterdamse haven en uitvoering van de Deltawerken beteugelden de dynamiek van het oorspronkelijke kustgebied, vermaarde vogelgebieden als De Beer verdwenen en werden vervangen door opspuitterreinen en industrie, Deze metamorfose wordt nauwgezet gedocumenteerd (vaak met oud fotomateriaal) voor de afzonderlijke gebieden. Naast de al genoemde De Beer, de Europoort/Botlek, de Noordzeekust van Voorne en Goeree en het Haringvliet-Hollands Diep gebied. In een volgend hoofdstuk wordt vervolgens ingegaan welke effecten dit heeft gehad op de broedpopulaties van kustbroedvogels, waarbij een reconstructie wordt gemaakt vanaf 1900. Wie denkt dat dit alleen maar negatieve effecten opleverde, komt bedrogen uit. Natuurlijk, er broeden geen Lachsterns meer in de Noordelijke Delta, Grote Sterns verdwenen eveneens vrijwel geheel, en de aantallen Kluten en Strandplevieren zijn veel kleiner dan voorheen. Daar staat tegenover dat andere soorten als Bontbekplevier en vooral de meeuwen zich uitstekend wisten te handhaven en bijvoorbeeld de nieuw gecreëerde industrieterreinen koloniseerden. Kustbroedvogels blijken in hoge mate een dynamische vogelgroep, die gemakkelijk verdwijnt als een broedplaats ongeschikt raakt, maar even snel nieuwe geschikte terreinen koloniseert. Veel aandacht wordt dan ook besteed aan de vele 'nieuwe' natuurgebieden die in de laatste decennia zijn aangelegd. Deze blijken tegenwoordig van grote betekenis (niet alleen voor kustbroedvogels), maar kennen tegelijk vaak ook hun beperkingen, vooral wat betreft vegetatiesuccessie die de gebieden na verloop van tijd weer ongeschikt maakt. In het slothoofdstuk wordt dan ook ruim aandacht besteed op welke manier het beheer van de diverse gebieden het beste gestalte kan krijgen, en welke knelpunten zich daarbij voordoen. In dat lijstje met knelpunten komt opvallend vaak recreatief medegebruik van de terreinen voor. Naast vegetatiesuccessie lijkt recreatie een van de belangrijkste beperkingen voor succesvol broeden van kustbroedvogels (en dat geldt trouwens niet alleen in de Noordelijke Delta). Het is te hopen dat de opdrachtgever voor het opstellen van dit rapport (Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland) en de diverse beheerders van de gebieden het overzicht zullen gebruiken als leidraad bij hun beleid. Jammer genoeg is het boekje niet algemeen verkrijgbaar. Wie niet genoeg heeft aan het in Limosa 73 (blz. 17-28) verschenen artikel met enigszins vergelijkbare inhoud, kan bij een van de auteurs kostenloos een exemplaar verkrijgen.

Recensie van Kees Kofff/berg

[gratis pdf] [english summary]



limosa 74.2 2001
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster