Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

(2010) Recensie: Iersel P van, ... (et al), 2009 Vogels [houden] van Breda. LIMOSA 83 (2): 92-93.

Vogels [houden] van Breda P. van Iersel, A. van der Sanden & H. van der Sanden 2009. Van Ierland, Breda. ISBN: 978-90-78071-76-1. 215 blz. Prijs € 19,95

Sommige vogelaars beschouwen het stedelijk gebied nog steeds als een minderwaardig biotoop. Ten onrechte: ook de bebouwde kom heeft haar karaktersoorten en voor sommige soorten is het zelfs het belangrijkste leefgebied. De Gier - zwaluw kan als meest uitgesproken stadsvogel al geruime tijd rekenen op aandacht van liefhebbers, maar sinds de Huismus voorkomt in de Rode Lijst van bedreigde broedvogels staan stadsvogels meer en meer in de belangstelling. Eind vorig jaar brachten twee vogelwerkgroepen een boek uit over de vogels van hun stad: Broedvogels in Nieuwegein. Waar, hoeveel en trends is een uitgave van de afdeling Nieuwegein/IJsselstein van de Vogelwacht Utrecht, Vogels [houden] van Breda is uitgave van de West Brabantse Vogel werkgroep. De twee besproken boeken zijn verschillend maar laten zich ook goed vergelijken. Beide zijn de weergave van gebiedsdekkende broedvogel - inventari saties van de bebouwde kom. Nieuwegein werd geïnventariseerd in 2006 & 2007 volgens de BMP-methode. Hierdoor kunnen de resultaten goed worden vergeleken met de inventarisatie van 1996-97 en met landelijk gegevens. BMP is immers de landelijke standaard. In Breda koos men eigenzinnig voor de methode Bloem.
      Vogels [houden] van Breda begint met een kort inleidend hoofdstuk over de geschiedenis van de stad en de relatie tussen veranderingen in de stad en in de vogelbevolking. Gevolgd door een even beknopt als duidelijk hoofdstuk over het inventarisatieproject en over het voorkomen van bepaalde vogelsoorten in verschillende typen wijken. Het grootste deel van het boek wordt ingenomen door de soortbeschrijvingen. Per soort is er een verspreidingskaart en een kadertekst met inventarisatiegegevens. Deze informatie is het nieuws dat dit boek te melden heeft. De soortteksten bestaan voor een groot deel uit algemene informatie en bevatten voor ervaren vogelaars weinig nieuws, maar zijn geschreven in een vlotte en leesbare stijl. Samen met de kaartjes maken ze het boek zeer geschikt voor algemeen geïnteresseerde inwoners van Breda. Bovendien eindigt elke tekst met een stukje over bedreigingen en beheer, wat de gemeente aanknopingspunten geeft voor vogelvriendelijk beleid. Hier mee dient het boek twee belangrijke doelen.
      De indeling van de soortbesprekingen is op zijn zachtst gezegd curieus. Eerst wordt de top-10 van meest algemene soorten besproken op volgorde van talrijkheid. Op zich een logische keuze, maar daarna volgen de soorten van de Rode Lijst in de traditionele volgorde, gevolgd door alle andere soorten in alfabetische volgorde, met als slot nog de soorten die als broedvogel uit Breda zijn verdwenen. Deze indeling maakt het moeilijk een bepaalde soort te vinden en dat is jammer. Het boek eindigt met een sterk hoofdstuk met beschrijvingen van alle wijken en de vogels die er voorkomen. In sommige gevallen zijn ook oude inventarisatiegegevens opgenomen. Dat geeft elk stukje meer diepgang, maar ik vroeg me af waarom met deze gegevens niets gedaan is bij de soortbeschrijvingen. Een ander opvallend punt is het consequent gebruik van de vogelnamen 'Stadseend' en 'Stadsgans', wat veel sympathieker klinkt dan het inmiddels ingeburgerde 'Soep - eend' en 'Soepgans'.
      Een inventarisatie in de stad is goed, het geeft inzicht in welke vogels er voorkomen. Meerdere jaren achter elkaar inventariseren levert niet alleen een actuele set gegevens, maar geeft ook inzicht in wat er is veranderd. Dat is vooral interessant als het landschap zelf sterk verandert, zoals in Nieuwegein. De eerste broedvogelinventarisatie vond er plaats in 1967, sindsdien werd het gebied nog drie maal geïnventariseerd en groeide Nieuwegein van twee gehuchten tot een stad met 60 000 inwoners. Genoeg verandering om over te schrijven. Broedvogels van Nieuwegein is een vervolg op De vogels van Nieuwegein uit 1999. Het is een heel ander boek dan Vogels [houden] van Breda.
      In de eerste drie paragrafen van hoofdstuk één wordt uitgebreid in gegaan op het inventariseren van vogels. Het is direct duidelijk dat men de zaken hier serieus heeft aangepakt en dat zal de lezer weten ook. Verspreid over het boek worden nog pagina's geweid aan problemen bij het vaststellen van territoria van Kuifeend en Koekoek en de trefkans van Heggenmus en Winterkoning tijdens het inventariseren. Goede teksten voor in een vakblad en interessant voor een handjevol vogeltellers, maar de gemiddelde inwoner van Nieuwegein is hier waarschijnlijk al afgehaakt. Al halverwege hoofdstuk één slaat de sfeer gelukkig om. De paragraaf 'het verstedelijkte landschap van Nieuwegein' beschrijft vijf landschapstypen binnen de gemeentegrenzen en de ingrijpende veranderingen die daar hebben plaatsgevonden. Het tweede hoofdstuk is ronduit goed, en beschrijft de verschillende woonwijken en bedrijven ter reinen van de gemeente met hun vogelbevolking. Het bevat een schat aan informatie die volgens een vaste structuur is uitgewerkt: beschrijving van de wijk, de broedvogelbevolking, karakteristiek van de wijk, opvallende winnaars en nieuwkomers en opvallende verliezers.
      De soortteksten beslaan ongeveer de andere helft van het boek. De soorten zijn ingedeeld naar biotoopkeuze: bebouwing, water- en moeras, bomen en struwelen en (half-)open landschap. Elke soorttekst begint met een overzicht van het aantal territoria vastgesteld bij deze en alle voorgaande inventarisaties. Ver - ande ringen worden gerelateerd aan de landelijke trend en de landschappelijke veranderingen in de regio. Bovendien heeft men uitgerekend in welk stedelijk subbiotoop de soort het beste gedijt. Uit deze beschrijvingen blijkt de kwaliteit van het boek, maar ook hier schiet men door in de drang om compleet te zijn. Soorten waarvan geen nieuwe territoria zijn vastgesteld sinds de vorige uitgave worden niet alleen genoemd maar zelfs de gehele tekst uit het vorige boek is integraal afgedrukt, zonder één woord nieuws. Dat geldt voor wel 15 soorten, waaronder Roodmus, Grauwe Gors en Geelgors. Het boek eindigt met een aantal prima bijlagen. Het broedvogeloverzicht leert de lezer dat het aantal soorten én het aantal territoria zijn toegenomen. Geen wonder, het oppervlak stedelijk gebied is enorm gegroeid en juist de bebouwde kom is zeer vogelrijk. Natuurlijk weet men dat in Nieuwegein ook, dus wordt dit overzicht gevolgd door een nuttige tabel met de broedvogel dichtheid per 100 ha, opgesplitst naar biotoop. Als leuk extraatje zit in dit boek een CD met vogelgeluiden, uiteraard allemaal opgenomen in Nieuwegein.
      Beide boeken zijn rijk geïllustreerd met foto's van lokale fotografen. De foto's zijn van wisselend niveau, maar in het algemeen goed. De verspreidingskaartjes en grafieken zonder uitzondering duidelijk en de vormgeving van beide boeken is overzichtelijk en verzorgd. Al met al zijn het twee geslaagde uitgaven, die met gemak het niveau ontstijgen van de gemiddelde uitgave in eigen beheer. Ik ben benieuwd wat de beleidsmakers in beide gemeenten met deze gegevens gaan doen. Met zo'n boek in je stad kan je niet meer zeggen dat je van niets weet..

Recensie van Jip Louwe Kooijmans

[gratis pdf] [english summary]



limosa 83.2 2010
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster