ENS B (2000) Hoe overleven 'onze vogels' in een veranderend klimaat?. LIMOSA 73 (4): 155-155.
Sinds de jaren tachtig is er sprake van een toename in de gemiddelde temperatuur op aarde. De
bewijzen worden steeds sterker dat een deel van
deze toename het directe gevolg is van door de
mens veroorzaakt uitstoot van broeikasgassen.
Het lijkt uitermate onwaarschijnlijk dat deze klimaatverandering
kan worden gestopt: 1) de wereldbevolking
blijft gestaag groeien; 2) de huidige
uitstoot van broeikasgassen wordt grotendeels
veroorzaakt door de inwoners van het rijke westen,
die op een enkele uitzondering na niet bereid lijken
ook maar het kleinste stukje economische welvaart
in te leveren; 3) het is overduidelijk dat het gros van
de aanzienlijk minder welvarende wereldburgers
niet zal willen achterblijven. Hoewel de mens dus
de eerste diersoort op aarde is die het denkvermogen
heeft om zijn populatiegroei te stoppen
voordat alle groeimogelijkheden zijn uitgeput, is er
weinig hoop dat het uiteindelijke patroon zal verschillen
van minder intelligente diersoorten die eerder
de aarde 'veroverden' en het aangezicht van
die aarde daarmee ingrijpend veranderden. Hoe
snel alles zal gaan en wat er precies gaat gebeuren
hangt natuurlijk af van de precieze omvang van
de mondiale politieke onmacht, de daadwerkelijke
groei van de wereldbevolking, eventuele technologische
vernieuwingen en een groot aantal andere
moeilijk in te schatten factoren. Overigens is het
goed te beseffen dat een toename van het broeikaseffect
niet betekent dat het automatisch overal
warmer word!. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat
de warme golfstroom stilvalt, met als gevolg dat er
elke winter in Nederland een Elfstedentocht gereden
zou kunnen worden. Analyse van door de British
Trust for Ornithology (BTO, het Britse voorbeeld
van Sovon) verzamelde tijdreeksen laat zien
hoe vogels de afgelopen decennia hebben gereageerd
op een verhoging van de temperatuur in de
lente: Zwartkoppen keren steeds eerder terug naar
het broedgebied en Staartmezen beginnen eerder
met broeden bijvoorbeeld. De vogels hebben hun
antwoord klaar en dat was ook wei te verwachten.
De vogelsoorten die nu leven hebben een groot
aantal ijstijden en interglacialen overleefd. Het verschil
in temperatuur tussen glaciaal en interglaciaal
is vele graden Celsius en het verschil in zeeniveau
bedraagt al gauw 100 meter. Het kleine
beetje klimaatverandering dat tot nu toe is opgetreden
valt daarbij in het niet Toch zijn er wei degelijk
problemen. Ten eerste zou de klimaatverandering
wei eens sneller kunnen gaan dan ooit tevoren
Zo mogelijk nog belangrijker is dat dit het eerste
interglaciaal is waarbij de mens een groot deeI
van het aardoppervlak in gebruik heeft genomen
ten koste van de leefruimte van tal van vogels en
andere dieren. Om een voorbeeld te noemen. Nederland
is in de loop van twee millennia veranderd
van een majestueuze rivierdelta vol moerassen en
meanderende rivieren in een land van aangeharkte
polders, asfaltwegen en betonconstructies. Zonder
dijken zou de he1ft van Nederland nu onder water
liggen en het is zo goed als zeker dat bij een
sterk versnelde zeespiegelstijging de wadplaten
van de Waddenzee permanent onder water zullen
verdwijnen. Ais gevolg van de dijken zullen elders
geen nieuwe wadplaten kunnen ontstaan. Tegelijkertijd
zullen de veelal hoog noordelijke broedgebieden
van de steltlopers naar het noorden opschuiven
en uiteindelijk in de poolzee verdwijnen
(alleen Groenland wordt misschien weer groen).
Midas Dekkers heeft ooit de vraag gesteld: "Mist u
de Dodo?". Als u op weg naar huis het gaspedaal
nog eens lekker indrukt, kunt u daaraan toevoegen:
zullen mijn achterkleinkinderen de Kanoet
missen?
[gratis pdf] [english summary]
|