KOKS B (2000) Aankondiging nieuwe integrale wadvogeltelling, nieuwtjes Waddengebied. LIMOSA 73 (4): 153-153.
In de internationale Waddenzee wordt sinds 1990
een gec06rdineerde telling van broedvogels ter
hand genomen. Onder de vlag van het Common
Wadden Sea Secretariat te Willemshaven worden
in de vier deelgebieden (Denemarken, SleeswijkHolstein,
Nedersaksen en Nederland) door een
grote groep vrijwilligers en een aantal betaalde
krachten gegevens over een aantal karakteristieke
soorten verzameld. In Nederland worden deze
werkzaamheden onder de vlag van Sovon uitgevoerd.
De inspanningen worden gelijkelijk over de vrijwilligers, beheerders (Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten
en Landschappen) verdeeld.
De systematiek bestaat uit het jaarlijks inventariseren
van vaste proefvakken en het een keer in de
vijf jaar vlakdekkend karteren van alle relevante habitattypen
in de gehele internationale Waddenzee.
In 1991 en 1996 is deze klus tussen Den Helder en
Esbjerg met verve opgepakt en dit najaar is het
rapport over het voorbij integrale jaar verschenen.
In 2001 staat de derde integrale kartering voor de
boeg en om de waarnemers op te peppen, is in dit
verhaal een bloemlezing gegeven waarbij de gegevens
uit 1996 in het kort de revue passeerden.
Na een afwezigheid van bijna een eeuw blijkt de
Aalscholver de Waddenzee te hebben heroverd. In
het Nederlandse deel zijn momenteel 4 kolonies te
vinden. Een soort die de laatste jaren fors in de
belangstelling staat is de Eider. Deze lastig te inventariseren
soort neemt net als de Scholekster in
aantal af. Bij de Scholekster is het boeiend te constateren
dat de trend in de Nederlandse Waddenzee
afwijkt van die in de Duits/Deense Waddenzee,
Het ligt voor de hand een verband met de
mechanische schelpdierenvisserij te veronderstellen,
Een exoot die we in ons land tegenwoordig uitsluitend
als doortrekker tegenkomen is de Lachstern.
Met name in het gebied benoorden de Elbe
komt deze meeuwachtige stern nog als broedvogel
voor, maar de kans is groot dat de reproductie
te mager is om de laatste vogels van de NW-Europese
populatie te behouden. De Dwergstern lijkt
daarentegen uit een diep dal omhoog te klauteren
en beschermingswerk op bijvoorbeeld Texel lijkt
zijn vruchten af te werpen. Minder rooskleurig gaat
het met zowel de Blauwe Kiekendief als de Velduil,
Vooral de situatie op het voormalige bolwerk Ameland
is ronduit zorgwekkend te noemen.
[gratis pdf] [english summary]
|