PIERSMA T (2000) Kan wadvogelsex worden beïnvloed door de schelpdiervisserij in de Waddenzee?. LIMOSA 73 (3): 111-112.
Trekkende steltlopers hebben een kwetsbare levenscyclus.
In hoog tempo bewegen ze zich van
plek naar plek, plaatsen die soms duizenden kilometers
uit elkaar liggen. Ze broeden in de noordpoolstreken
en overwinteren in veel gevallen in de
tropen; soms zelfs in de buurt van de zuidpool.
Trekkende steltlopers hebben haas!. Ais er ergens
in de jaarcyclus 'iets' mis gaat dan kan dit later in
de jaarcyclus, en op ver verwijderde plekken, consequenties
hebben. Omdat trekkende steltlopers
vele jaren leven en kunnen reproduceren, zullen ze
als ze 'problemen' tegen komen eerder afzien van
investeringen in het zomerkleed dan in investeringen
in de vetvoorraad (aangezien hun overleving
direct van die energie-reserves afhangt). Omgekeerd
kan het zijn dat het zomerkleed door ons gebruikt
kan worden als maat voor de vitaliteit van
wadvogelpopulaties! Met een opvallend gekleurd
zomerkleed kunnen individuele lange afstandstrekkers
laten zien dat ze 'hele goede trekkers' zijn,
en dus een aantrekkelijke partner.
Kanoeten van de Afro-Siberische broedpopulatie
verblijven twee keer per jaar korte tijd in de
Waddenzee. Afhankelijk van het aanbod van kleine
schelpdieren zoals mosseltjes, kokkeltjes en nonnetjes,
zijn ze in beide perioden bezig met opvetten
voor 4000-5000 km lange vluchten. Volgens
tellingen op de West-Afrikaanse overwinteringsgebieden
is deze populatie Kanoeten sinds 1980 met
haast de helft afgenomen. De afgelopen zomer
constateerden we dat de Afro-Siberische Kanoeten
slecht in de zomerkleedveren zaten, wat aanduidt
dat er ergens in de jaarcyclus problemen zijn. Nederland kan daaraan een bijdrage hebben
geleverd aangezien de bestanden aan kleine
schelpdieren in de Waddenzee de laatste 10 jaren
op veer plekken nogal wat kleiner zijn geworden.
Het is zeer waarschijnlijk dat o.a. de mechanische
schelpdiervisserij daar debet aan is.
[gratis pdf] [english summary]
|