(2011) Resensie: Kennerley P & Pearson D, 2011. Reed and Bush Warblers . LIMOSA 84 (2): 94-94.
Reed and Bush Warblers
P. Kennerley & D. Pearson 2010.
Christopher Helm Identification Guides. A & C Black, London.
ISBN 978-0-7136-6022-7. 712 blz., harde kaft.
In de overbekende serie monografieën van
Christopher Helm/ A & C Black verscheen
onlangs dit lijvige boek. De klassieke formule
van deze monografieën, zoals we die
tot een aantal jaren geleden gewend waren,
is inmiddels al een tijdje verlaten. De
ontwikkeling van een boek dat alle bekende
informatie van een bepaalde familie
of soortgroep samenvat naar de Identification
Guides van nu is ingezet met
eerdere titels zoals Gulls of Europe, Asia and
North America (zie Limosa 78-1) en Pipits
and Wagtails (Limosa 76-3). Deze nieuwste
titel is dan ook goed te vergelijken met
laatstgenoemde boeken, al is de opzet van
de soortteksten wel weer iets gewijzigd.
De beide auteurs hebben in ieder geval
een lange staat van dienst, vooral waar het
gaat om de vogels van respectievelijk
Oost-Azië en Afrika in het algemeen en de
rietzangers en aanverwanten in het bijzonder.
Reed and Bush Warblers beschrijft alle
soorten van de geslachten Acrocephalus,
Locustella, Bradypterus, Hippolais, Iduna en
Cettia met daarbij nog een paar kleinere,
verwante genera. De negen inleidende
hoofdstukken beschrijven de gevolgde
taxonomie, soortvolgorde, 'vogeltopografie'
en de gehanteerde begrippen, trek- en
ruistrategieën en leeftijdsbepaling, gevolgd
door twee hoofdstukken over de fylogenetische
relaties (gebaseerd op moleculair
onderzoek) en de geschiedenis van
het geslacht Acrocephalus in het Pacifisch
Gebied. Dit alles geeft aan dat de nadruk
van het boek op determinatie en taxonomie
ligt, wat vervolgens in de soortteksten
nog meer tot uitdrukking komt. Deze
hoofdstukken worden voorafgegaan door
85 pagina's met afbeeldingen van de 112
soorten en vrijwel al hun (herkenbare) ondersoorten,
alsmede volwassen en eerste
winterkleden. Persoonlijk ben ik al een tijdlang
'fan' van de illustraties van Brian J.
Small. Ook hier heeft hij weer erg zijn best
gedaan om zowel aantrekkelijke als natuurgetrouwe
tekeningen te produceren,
iets wat bij deze (in essentie) bruinachtige
vogels niet meevalt.
Dan volgen de soortteksten, steeds volgens
hetzelfde stramien. Bij ieder genus
worden de gezamenlijke kernmerken opgesomd,
waarna kort verspreidingsgebied
en (eventuele) ondersoorten worden geschetst.
In het onderdeel Identification worden structuur en algemene kleedkenmerken
beschreven en vergelijkbare soorten
behandeld. Veel aandacht is er ook
voor geluiden (met sonagrammen) en rui,
gevolgd door samenvattingen van habitat,
gedrag en broedbiologie. Dan volgt
een nauwkeurige verhandeling over de
verspreiding met gedetailleerde kaarten
waarop broed- en wintergebieden zijn
weergegeven. Voor de trekvogels wordt
de trektijd uitvoerig vemeld. Onder Description
worden de kenmerken van alle
soorten per leeftijdscategorie uitvoerig benoemd,
waarna de In hand characters volgen
(o.a. met vleugelformules en maten).
Tenslotte worden de determinatie-kenmerken
van eventuele ondersoorten nog
eens nauwkeriger besproken en taxonomische
zaken vermeld. Iedere soorttekst
besluit met een serie foto's die niet zijn gekozen
om hun esthetische waarde, maar
juist om (geografische) variatie in leeftijden
te verduidelijken, vaak voorzien van handige
bijschriften. In tegenstelling tot de
eerdergenoemde titels in deze serie staan
deze foto's dus bij de soortteksten en niet
gegroepeerd achterin, maar zijn de afbeeldingen
(als vanouds) weer apart
voorin het boek geplaatst. Overigens is de
kwaliteit van de meeste foto's uitstekend.
Na de soortteksten volgen nog zeven
bijlagen, met o.a. een overzicht van maten
in het veld en aan de hand van museumbalgen
(erg handig, en wellicht ook noodzakelijk
bij vogels die relatief vaak in ringersnetten
worden aangetroffen), een
tabel met trek- en ruistrategie per soort
en een tabel met de belangrijkste verschillen
in (structurele) kenmerken tussen
gelijkende soorten. De laatste bijlage behandeld
de laatste ontwikkelingen waarvoor
in de hoofdtekst geen tijd meer was.
Het gaat om nieuw ontdekte of herontdekte
soorten en het laatste op taxonomisch
gebied. Een bibliografie van 30 pagina's
completeert het boek.
Overigens zijn een aantal van de beschreven
geslachten al eerder in een (meer
klassieke) Helm-monografie behandeld,
namelijk Warblers of Europe, Asia and North
Africa van Kevin Baker (1997). Dat boek
viel destijds tegen wat betreft de kwaliteit
van de afbeeldingen. Inhoudelijk vullen
beide titels elkaar echter goed aan, met
name natuurlijk op het gebied van determinatie,
de Afrikaanse soorten en het geslacht
Phylloscopus dat Baker wel behandelde.
Kortom, Reed and Bush Warblers
komt weer een flinke stap dichter bij de
ideale determinatiemonografie en is daarmee
verplichte kost voor zowel verzamelaars
van deze uitstekende en zich steeds
vernieuwende reeks, als voor onderzoekers
en liefhebbers van rietzangers en aanverwanten.
Dit fantastische boek laat zien
dat deze vogels veel meer zijn dan de little
brown jobs waarvoor ze vaak worden versleten.
Recensie van Gert Ottens
[gratis pdf] [english summary]
|