Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

(2011) Resensie: Panov E.N. 2011. The True Shrikes (Laniidae) of the world Ecology, behaviour and evolution.. LIMOSA 84 (2): 93-93.

The True Shrikes (Laniidae) of the world Ecology, behaviour and evolution.
E. N. Panov 2011. Pensoft, Sofia.
ISBN 978954 642 576 8. 910 pagina' s en harde kaft,

In dit boek geeft professor Evgeniy Panov een uitputtend overzicht van alle echte klauwieren Lanius en van vier nauw verwante soorten Afrikaanse klauwieren. Het boek is een vertaling met enkele uitbreidingen van de in 2008 uitgegeven Russische versie. Deze was op zijn beurt weer een grondig geactualiseerde versie van het in 1983 door de Neue Brehm Bücherei uitgegeven 'Die Würger der Paläarktis'. Van Panov's hand verscheen twee jaar geleden in het Engels ook al een monografie over alle tapuiten, eveneens een update van een eerder bij de Neue Brehm verschenen werk. De onderhavige monografie is met z'n 910 pagina's, en ruim een kilo, een enorme pil. De vertaling is gedaan door de Amerikaanse klauwierenonderzoekers Tom Cade en Christopher Woods.
      Op het eerste gezicht is het boek een klassieke monografie. Na een korte inleiding volgt een uitgebreid overzicht van de biologie van klauwieren. Hierna worden de soorten ieder apart in detail besproken, waarbij de nadruk ligt op de biologie en taxonomie. Uitgebreide beschrijvingen van het verenkleed, maar ook van verspreidingsgebied, bedreigingen en bescherming zul je haast niet vinden. Daarin verschilt het van de twee meer op herkenning gerichte boeken over deze groep die eerder door A & C Black (Helm) zijn uitgegegeven (Lefranc & Worfolk 1997 en Harris & Franklin 2000). Toch staan er redelijk wat afbeeldingen in, zoals schematische tekeningen van houding en veren kleed, kaartjes en sonagrammen. De meeste figuren zijn onveranderd overgenomen uit het eerdere werk. Sommige kaartjes zijn echter opgefleurd met tekeningen uit Lefranc & Worfolk. Achterin zijn een aantal kleurenfoto's opgenomen, die veelal van matige kwaliteit zijn, maar desondanks van toegevoegde waarde. Zeker de habitatfoto's uit allerlei voormalige Sovjetrepublieken zijn voor West-Europeanen soms om bij weg te dromen.
      De auteur wilde echter met dit werk niet alleen een opsomming geven van alle broedbiologische gegevens. Zijn eigenlijke doel was de "reconstructie van de evolutionaire geschiedenis van deze groep in verschillende fasen van de fylogenese", zoals hij het omschrijft. Deze reconstructie vormt de rode draad door dit boek. De soorten zijn daarom ook ingedeeld in taxonomische groepen of clusters gebaseerd op hun evoluationaire leeftijd. Met dit principe verschilt de volgorde met wat tot nu gewoon was in de literatuur. De vier Afrikaanse soorten worden als de oudste representanten van de familie beschouwd, de twee soorten die het hooggebergte zijn ingegaan als jongste. De clusters zijn ingedeeld in regio's en zijn daardoor toch wat gekunsteld, omdat directe onderlinge afstamming soms twijfelachtig is, iets wat de auteur overigens zelf ook wel toegeeft. De lengte van soortteksten wisselt nogal en is vooral afhankelijk van wat er in de literatuur bekend is. Zo omvat de soorttekst van Grauwe Klauwier 41 pagina's en die van Amerikaanse Klapekster 37, maar die van Giant Shrike L. (excubitor) giganteus - hier als aparte soort beschouwd - slechts drie. Opvallend is dat de Afrikaanse Lanius soorten alle in één hoofdstuk worden besproken. Niet alle soortteksten zijn hetzelfde opgebouwd, wat enigszins verwarrend is. In principe wordt eerst het verspreidingsgebied en de geografische variatie beschreven, gevolgd door broedbiologie, migratie en verspreiding en aantallen. Bij dat laatste hadden zeker nieuwere en meer bronnen gebruikt mogen worden. Zo wordt bij de Grauwe Klauwier gesproken van een afname in West-Europa door nattere zomers. Met een stijgende trend en warme, droge voorjaren en zomers is dit inmiddels enigszins achterhaald. Kennelijk is aan dit soort informatie iets minder aandacht besteed omdat het niet cruciaal is voor het doel van het boek, maar jammer is het wel.
      Uiteindelijk mondt het boek uit in een discussie waarin een nieuwe stamboom wordt voorgesteld op basis van allerlei kenmerken zoals geluiden, baltsgedrag, verspreiding, vleugellengte en verenkleed en gestaafd door onderzoek van mitochondriaal DNA. De vraag rijst of de voorgaande 750 pagina's eigenlijk wel echt nodig waren om hiertoe te komen. Toch is het prima dat Panov dat gedaan heeft. Het boek is daardoor niet alleen interessant voor taxonomen en evolutionair biologen, maar ook voor mensen die alles willen weten of kunnen naslaan over klauwieren. Enkele onderbelichte aspecten en vooral de hoge prijs moeten zij daarbij dan wel voor lief nemen.

Recensie van Menno Hornman

[gratis pdf] [english summary]



limosa 84.2 2011
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster