Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

SPAANS B, M BRUGGE, A DEKINGA, H HORN, L VAN KOOTEN & T PIERSMA (2009) Oost, West, Thuis Best. Op welke schaal benutten individuele Kanoeten het Nederlandse Waddengebied?. LIMOSA 82 (3): 113-121.

Vanuit wetenschappelijk oogpunt is het interessant te weten hoe groot het leefgebied is van individuele dieren en waarom soorten daarin verschillen. Vanuit het oogpunt van natuurbescherming is dit mogelijk nog belangrijker. Het is essentieel om te weten hoe groot een beschermd gebied moet zijn voor een bepaalde soort om hier langere tijd in te kunnen verblijven. Van Kanoeten was al bekend dat ze in ons Waddengebied flink rondzwerven. Door Kanoeten op grote schaal individueel te merken met kleurringen en ze jarenlang te volgen, werd het mogelijk veel meer over het gebruik en de grootte van hun leefgebied te weten te komen. Door daarnaast ook een aantal vogels te voorzien van zendertjes konden de verplaatsingen van individuen binnen een korte periode in kaart worden gebracht.

Veel vogels zijn in hoge mate plaatstrouw, niet alleen aan het broedgebied, maar ook aan de doortrek- en overwinteringsgebieden (Burton & Evans 1997, Warnock & Takekawa 1996, Rehfisch et al. 2003, Leyrer et al. 2006). Vogels die jaarlijks terugkeren naar de Nederlandse Waddenzee zouden plaatstrouw aan dit grote gebied genoemd kunnen worden, maar meestal wordt er pas van plaatstrouw gesproken als ze terugkeren naar dezelfde foerageergebieden of verzamelplaatsen. Zo bleken foeragerende Wulpen Numenius arquata en Zilverplevieren Pluvialis squatarola op het wad zelfs territoria te verdedigen (Ens & Zwarts 1980, Townshend 1985). Rotganzen Branta bernicla bleken jaar in jaar uit in hetzelfde kleine gebied te overwinteren en steeds dezelfde opvetlocaties in het voorjaar te gebruiken (Ebbinge 1992, Spaans & Postma 2001). De voordelen van plaatstrouw lijken groot. Individuele dieren raken bekend met de ligging van de rijkste voedsellocaties, leren waar en wanneer het gevaar van predatoren het grootst is en waar veilige uitwijkmogelijkheden zijn bij verstoring. Vogels met een vaste paarband waarbij de partners gedurende een bepaalde periode van het jaar uit elkaar gaan of elkaar kwijtraken, hebben door terug te keren naar vaste pleisterplaatsen een grote kans hun partner daar weer te treffen. Terugkeren naar een vast gebied betekent ook dat je de aldaar aanwezige soortgenoten individueel leert kennen en deze kennis van de hiërarchische verhoudingen zou bij in sociale groepen levende soorten kunnen leiden tot minder onderlinge interferentie, zoals bijvoorbeeld bij Steenlopers Arenaria interpres (Whitfield 1985) en Rotganzen (B. Spaans). Het is daarom aannemelijk dat plaatstrouw in de meeste situaties de beste strategie is. Echter, als er in een beperkt gebied niet voldoende voedsel is en/of de voedselvoorraad van jaar op jaar sterk varieert, of het voedsel geregeld niet beschikbaar is, dan ontstaat de noodzaak een groter gebied te gaan gebruiken of permanent te verkassen. Scholeksters Haematopus ostralegus die ook na een verslechterde voedselsituatie trouw bleven aan hun leefgebied hadden als gevolg hiervan een aantoonbaar slechtere conditie en een lagere overleving (Verhulst et al. 2004).
      Kanoeten Calidris canutus in de Waddenzee worden ook geconfronteerd met grote jaarlijkse variatie in hun voedselbronnen. Kanoeten eten vooral kleine schelpdieren (Zwarts & Blomert 1992, Piersma et al. 1993) en de aanwezigheid hiervan is van jaar op jaar onvoorspelbaar (Zwarts et al. 1992). Een goede foerageerplek in een bepaald jaar, waar bijvoorbeeld veel jonge Kokkeltjes Cerastoderma edule, Mosseltjes Mytilus edulis of Strandgapers Mya arenaria voorkomen, is het jaar daarop ongeschikt omdat de overgebleven schelpdieren dan te groot zijn geworden en niet meer door Kanoeten gegeten kunnen worden. Andersom kan op een plek waar in een bepaald jaar geen jonge schelpdieren voorkomen in het volgende jaar veel broed gevallen zijn. Alleen van het Nonnetje Macoma balthica kunnen Kanoeten meerdere jaarklassen eten. Een goed nonnetjesgebied in het ene jaar is dit dus ook nog in het volgende jaar. Het Nonnetje is echter zo sterk afgenomen in de Nederlandse Waddenzee dat het nog nauwelijks betekenis heeft als voedsel voor de Kanoet (Piersma et al. 2001, van Gils et al. 2006a). Daarnaast kunnen perioden met harde wind zorgen voor waterverhoging zodat goede foerageergebieden langere tijd niet beschikbaar komen. Kortom, de aanwezigheid en/of beschikbaarheid van voedsel voor Kanoeten in de Wad - denzee is binnen een jaar maar vooral tussen jaren onvoorspelbaar.
      Nu weten we al uit onderzoek met behulp van gezenderde Kanoeten in de westelijke Waddenzee dat individuele Kanoeten, voornamelijk van de overwinterende ondersoort C. c. islandica die op Groenland en in Noord-Canada broedt, vrijwel de hele westelijke Waddenzee gebruiken, een gebied van wel 800 km2 (Piersma et al. 1993, van Gils et al. 2005). Vergelijkbaar zenderonderzoek op de Banc d'Arguin in Mauritanië, aangevuld met waarnemingen aan individueel gemerkte Kanoeten, liet echter zien dat individuele Kanoe - ten van de Siberische ondersoort C. c. canutus in een seizoen slechts een gebied van 10-15 km2 benutten en ook tussen jaren in hoge mate plaatstrouw zijn aan hetzelfde gebied (Leyrer et al. 2006). De al dan niet voorspelbare aanwezigheid van voedsel is voorlopig de belangrijkste verklaring voor deze grote verschillen in de grootte van het leefgebied.
      Vanuit het Koninklijk NIOZ op Texel worden sinds 1998 Kanoeten individueel herkenbaar gemaakt met behulp van kleurringen (Piersma & Spaans 2004, Reneerkens et al. 2005). De waarnemingen aan deze gemerkte dieren maken het mogelijk iets te zeggen over hoe en op welke schaal gebieden benut worden door deze soort. Daarnaast hebben we in het najaar van 2001 geprobeerd om met behulp van kleine radiozenders meer over verplaatsingen door Kanoeten tussen het oostelijk en westelijk deel van het Nederlandse Waddengebied te weten te komen. In dit artikel gaan we dieper in op de vraag op welke ruimtelijke schaal Kanoeten het Nederlandse Waddengebied benutten.

[pdf alleen voor leden] [english summary]



limosa 82.3 2009
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster