NIJLAND F (2007) Een succesvol broedjaar voor weidevogels in 2006. LIMOSA 80 (3): 96-102.
Het jaar 2006 gaat de boeken in als een opmerkelijk jaar
voor broedende weidevogels. Door de bijzondere
weersomstandigheden werd een groot deel van het
boerengrasland veel later gemaaid dan gebruikelijk.
Bovendien had het nog niet gemaaide gras een gevarieerde
structuur, op het eerste gezicht ideaal voor opgroeiende
grutto- en tureluurkuikens. Gegevens van
het Weidevogelmeetnet Friesland over het 'bruto territoriaal
succes' van Grutto en Tureluur laten zien dat
2006, in tegenstelling tot de negen jaren ervoor, voor
beide soorten inderdaad een succesvol broedjaar was.
De gegevens leren ons dat latermaaien een belangrijke
sleutel is om de neergaande aantalstrends van deze
weidevogels omte kunnen buigen.
Voor weidevogelliefhebbers gaat het voorjaar van 2006 de
boeken in als zeer uitzonderlijk. Maart was een zeer koude
maand en ook het eerste deel van april was aan de koude
kant, waardoor de grasgroei pas laat op gang kwam (figuur
1). Pas toen in de loop van april de temperaturen stegen
begon het gras beter te groeien. De eerste weken van
meiwaren relatiefwarm,maar hetmeeste graswas toen nog
niet maairijp. Boeren die in de voorgaande jaren al vanaf
eind april konden maaien, zagen zich nu genoodzaakt het
maaien uit te stellen. Pas in de tweede week van mei werd
een deel van de percelen gemaaid. Een tamelijk langdurige
regenachtige periode vanaf half mei zorgde er voor dat de
overige percelen pas in de eerste en tweede week van juni
konden worden gemaaid (figuren 1 en 2). Dit was niet alleen
in Friesland het geval, maar globaal gezien in heel Nederland.
Zo ontstond er een heden ten dage zeer bijzondere situatie.
Op demeeste boerenbedrijven, zowelmet als zonder beheersovereenkomsten
voor weidevogelbeheer, was er eind mei/begin juni, wanneer de eerste gruttogezinnen vliegvlug
worden, volop nog niet gemaaid of beweid grasland aanwezig.
Dat kon oplopen tot ettelijke tientallen procenten van
het graslandoppervlak (figuur 2). En dat niet alleen: als gevolg
van de vertraagde groei had het ongemaaide gras zelfs
op hoogproductieve percelen een tamelijk gevarieerde
structuur met dichtere en meer open plekken, en kortere en
langere vegetaties. Al met al een op het eerste gezicht ideale
situatie voor het opgroeien en vliegvlug worden van jonge
Grutto's Limosa limosa en andere weidevogels. Gruttokuikens
zijn voor voedsel (insecten) en dekking vooral
afhankelijk van de aanwezigheid van ongemaaid, vrij hoog
grasmet een enigszins open structuur (Nijland & Jager 2006,
2007, Schekkerman & Beintema 2007). Alle soorten gevaarlijke
maaiwerkzaamheden voor nesten en kuikens waren in
2006 sterk verlaat, wat gratis 'kuikenland' opleverde, aangeboden
door Moeder Natuur. Alle voorwaarden leken aanwezig
voor een succesvol broedjaar voor steltlopers. Ook de ervaringen
van weidevogelbeschermers en -tellers uit diverse
delen van Nederland wezen in die richting. In dit artikel
wordt voor Friesland onderzocht of deze ervaringen ook cijfermatig
worden ondersteund.
[gratis pdf] [english summary]
|