EHRENBURG A & HOOTSMANS MJM (2007) Broedvogels en recreatie in de Amsterdamse Waterleidingduinen: partners of een beheersprobleem?. LIMOSA 80 (1): 18-25.
'Natuur voor mensen, mensen voor natuur.' Deze slogan
onderstreept het idee dat natuurgebieden een
maatschappelijke functie hebben. Daarbij denkt men
vaak vooral aan allerlei vormen van recreatie. Natuurlijk
is het belangrijk dat mensen van natuur kunnen genieten,
al was het alleen maar om het draagvlak onder natuurbescherming
te behouden. Het is echterwel oppassen
dat we het kind niet met het badwater weggooien:
te grote aantallen bezoekers kunnen ook negatieve gevolgen
hebben, onder andere op de vogelstand. Hoe
die relatie in de praktijk ligt is echter nog vrij slecht
bekend, en verdient dus nader onderzoek. In de Amsterdamse Waterleidingduinen
is gekeken of in de eenvoudig
beschikbare gegevens uit het broedvogelmonitoringproject
een vingerafdruk is te vinden van een
toenemende recreatiedruk.
Al sinds de jaren zeventig vragen natuurbeheerders zich af
of de steeds toenemende recreatie een probleem vormt
voor broedvogels. Deze vraag lijkt in de huidige tendens
naar meer openstelling van natuurgebieden ("Natuur voor
mensen, mensen voor natuur", Ministerie van LNV 2000) een
beetje op de achtergrond te raken, maar mag natuurlijk niet
uit het oog worden verloren. De beantwoording van deze
schijnbaar eenvoudige vraag is echter tamelijk lastig.
Nauwgezet dosis-effectonderzoek vond vooral plaats begin
jaren tachtig (o.a. van der Zande 1984). Dergelijke studies leverenmeestal
slechts conclusies op over enkele detailaspecten,
en die zijn bovendien nooit zonder meer extrapoleerbaar
naar andere soorten en/of andere gebieden. Pas recent
verscheen de eerste studie die een verband laat zien tussen
recreatiedruk en populatie-omvang van de Boomleeuwerik
Lullula arborea (Mallord et al. 2007). Of er in een voor recreatie
ontsloten natuurgebied werkelijk een probleem bestaat
of ontstaat tussen recreatie en broedvogels is dan ook vaak
onbekend. Beheerders treffen weliswaar recreatiezoneringsmaatregelen, maar doen dit vaak 'op het gevoel' bij gebrek
aan duidelijke informatie. In dit artikel presenteren we een
relatief eenvoudige methode om met broedvogelmonitoringgegevens
een eerste verkenning te doen om deze vraag
beter onderbouwd te kunnen beantwoorden. Hiermee hopen
wij tevens de discussie over dit onderwerp weer een
nieuwe impuls te geven.
Waternet (voorheen Waterleidingbedrijf Amsterdam) is
beheerder van de Amsterdamse Waterleidingduinen, een
3500 ha groot duingebied tussen Zandvoort (NH) en Noordwijk
(ZH), waar recreatie ondergeschikt is aan de twee
hoofdfuncties drinkwaterwinning en natuurbeheer. De
voortdurend stijgende bezoekersaantallen, bijna onvermijdelijk
in een natuurgebied in de Randstad, werpen ook hier
de vraag op of ze effect hebben op de natuur in het gebied.
Deze vraag is verder afgebakend tot effecten op broedvogels,
omdat over deze diergroep langjarige lokale gegevensreeksen
voorhanden zijn (Vereniging voor Natuur- en
Vogelbescherming Noordwijk 1989, Sluijs 1996, Vader 1998).
Onze (door velen aangehangen) hypothese luidt dat een
toename van recreatie in de tijd leidt tot afnemende broedvogeldichtheden.
Analyse van de beschikbare gegevens zou
antwoordmoeten geven op de vraag of deze toename in recreatie
nog wel verenigbaar is met de verantwoordelijkheid
van de beheerder voor het natuurbelang. Als effecten aantoonbaar
zijn, kan een beheerder beter gefundeerd zoneringskeuzesmaken,
om zo delen van het gebied te vrijwaren
van al te hoge recreatiedruk.
[gratis pdf] [english summary]
|