BIJLSMA RG (2005) THEMADAG 'PROOI-PREDATORINTERACTIES BIJ VOGELS': Effecten van prooiaanbod op de broedbiologie van de Havik. LIMOSA 78 (2): 79-79.
De broedbiologie van de Havik is jarenlang intensief
gevolgd op de Veluwe. De Veluwe is
voedselarm, maar de schil van het gebied is rijk.
Vanaf het begin van de jaren '70 is de Havikpopulatie
sterk toegenomen om in de jaren '80
te stabiliseren. Vanaf eind jaren '80 kwam er een
kentering in het aantalsverloop als gevolg van
een teruggelopen voedselaanbod. De biomassa
van potentiële prooivogels in de gewichtsklasse100-
500 g - voor de broedfase - was
eind jaren '80 nog maar zo'n 30% van die in begin
jaren '70. Ook de populaties van postduiven
en konijnen bedragen nog slechts 2% van die
rond 1970. In reactie hierop is zowel het aantal
broedparen als het aantal niet broedende vogels
in de populatie afgenomen. Opengevallen
broedterritoria blijven onbezet; alleen in de schil
van het gebied worden ze nog opgevuld. In de
rijke jaren met veel prooien was het prooispectrum
smal (2 à 3 soorten). In de arme jaren
wordt het spectrum breder; als voedsel schaars
is pakt de Havik wat hij pakken kan. Dit heeft geleid
tot een verhoogde predatiedruk op andere
roofvogels. De slechte voedselsituatie tekent
zich af in hoge nestpredatie door Haviken van
Wespendieven, Buizerds, Sperwers en Boomvalken.
Die hadden in de goede jaren weinig
van Haviken te vrezen. Al valt niet uit te sluiten
dat ook andere factoren bijdragen aan de afname
van deze roofvogelsoorten, predatie door
Haviken lijkt een behoorlijk gewicht in de schaal
te leggen.
[gratis pdf] [english summary]
|