Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

LENSINK R, PLATTEEUW M, & POOT M (2004) Vogels en rivierdynamiek: wele perspectieven biedt natuurontwikkeling langs de rivieren?. LIMOSA 77 (4): 131-148.

Om dreigende problemen tijdens hoge waterstanden het hoofd te bieden worden momenteel een aantal scenario's bekeken om de afvoercapaciteit van de grote rivieren te verruimen. Aanleg van nevengeulen en maaiveldverlaging worden daarbij als mogelijke maatregelen gezien. In het kielzog hiervan ontstaan zowel nieuwe kansen als ook bedreigingen voor riviergebonden natuur. Op grond van variatie in aantallen broedende en pleisterende vogels in relatie tot waterstanden in twee gebieden langs de Waal worden de mogelijke effecten van deze maatregelen op vogels bediscussieerd.

Voor de komende decennia wordt een toename verwacht in de (winterse) piekafvoeren van de grote rivieren (Commissie Waterbeheer 21e eeuw 2000). Om hieraan het hoofd te bieden wordt gestreefd naar een verruiming van het winterbed van de rivieren. Maatregelen die hiervoor in de uiterwaarden worden toegepast of in planning zijn, bestaan uit aanleg van nevengeulen en verlaging van het maaiveld. Dit zal moeten leiden tot minder hoge waterstanden bij piekafvoeren, en daarmee een nieuwe ronde dijkverzwaringen overbodig maken (Silva et al. 2000). Tegelijk met de herinrichting van uiterwaarden ten behoeve van de capaciteitsverruiming, wordt er ook gestreefd naar herstel van riviergebonden natuur (Postma et al. 1996). Riviergebonden natuur is de afgelopen eeuwen in Nederland fors achteruitgegaan. Pas sinds de lancering van het Plan Ooievaar in 1987 (de Bruin et al. 1987) wordt er weer volop nagedacht over de vraag hoe het eerdere verlies aan natuurwaarden kan worden hersteld. Door de invloed van de rivier op de uiterwaarden te vergroten door middel van verlaging van het maaiveld en het graven van (meestromende) nevengeulen, kan een deel van de verdwenen natuurwaarden weer terugkeren. Naast de doelstelling veiligheid, wordt hiermee ook getracht vorm te geven aan de tweede hoofddoelstelling van ruimtelijke kwaliteit binnen het nu vanuit drie ministeries lopende project 'Ruimte voor de Rivier' (Bouwdienst Rijkswaterstaat 2002). Vooral de meest dynamische vormen van 'riviernatuur', zoals meestromende nevengeulen en vloedvlakten, zouden van de herinrichtingsmaatregelen kunnen profiteren. Laagdynamische vormen van riviernatuur, zoals stroomdalgraslanden, moerassen en ooibossen, zijn minder aan stroming en inundatie gebonden en zullen naar verwachting weinig baat hebben bij een vergroting van de invloed van de rivier op de uiterwaarden, of daarvan zelfs schade ondervinden.
      Dit artikel geeft een beeld van de mogelijke effecten van rivierverruimende maatregelen op vogels op basis van 10 jaar onderzoek in twee uiterwaarden langs de Waal. In twee proefgebieden, de Afferdensche en Deestsche Waarden en de Stiftsche Uiterwaarden, worden de gevolgen van aldaar toegepaste maaiveldverlagingen voor flora en fauna onderzocht (Menke et al. 1998, Remmelzwaal et al. 1999, Pelsma et al. 2003). We hebben het voorkomen van vogels in deze gebieden in jaren met en zonder langdurige inundatie vergeleken. Hierbij zijn zowel broedvogels als doortrekkers en overwinteraars in beschouwing genomen. Onze gegevens geven een indicatie van de gevolgen die rivierverruiming voor vogels kan hebben. De geplande maatregelen zullen immers leiden tot frequentere en langere inundaties van de uiterwaarden. Fuut Podiceps cristatus Wilde Eend Anas platyrhynchos Slobeend Anas clypeata = Spatula clypeata Zomertaling Anas querquedula Meerkoet Fulica atra Grauwe Gans Anser anser Nijlgans Alopochen aegyptiaca Bergeend Tadorna tadorna Kuifeend Aythya fuligula Scholekster Haematopus ostralegus Kleine Plevier Charadrius dubius Kievit Vanellus vanellus Grutto Limosa limosa Veldleeuwerik Alauda arvensis Witte Kwikstaart Motacilla alba Patrijs Perdix perdix Fazant Phasianus colchicus Tureluur Tringa totanus Gele Kwikstaart Motacilla flava Blauwborst Luscinia svecica = Cyalnosylvia svecica Bosrietzanger Acrocephalus palustris Kleine Karekiet Acrocephalus scirpaceus Kneu Carduelis cannabina Rietgors Emberiza schoeniclus Fitis Phylloscopus trochilus Holenduif Columba oenas Houtduif Columba palumbus Koekoek Cuculus canorus Grote Bonte Specht Dendrocopos major Merel Turdus merula Zanglijster Turdus philomelos Grasmus Sylvia communis Grauwe Vliegenvanger Muscicapa striata Pimpelmees Cyanistes caeruleus Koolmees Parus major Zwarte Kraai Corvus corone Spreeuw Sturnus vulgaris Ringmus Passer montanus Vink Fringilla coelebs Winterkoning Troglodytes troglodytes Heggenmus = Heggemus Prunella modularis Zwartkop = Zwartkoptuinfluiter Sylvia atricapilla Tuinfluiter Sylvia borin Tjiftjaf Phylloscopus collybita

[gratis pdf] [english summary]



limosa 77.4 2004
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster