PLATTEEUW M & BOTOND KISS J (2001) Donau-delta: terreingebruik van visettende kolonievogels in een ongerept wetland. LIMOSA 74 (4): 161-162.
In een samenwerkingsverband tussen Roemenië
en Nederland is in het voorjaar van 2001 een begin
gemaakt met een gebiedsdekkende inventarisatie
van visetende kolonievogels in de Roemeense
Donaudelta. Doel van dit deelproject is om een
kwantitatief inzicht te verkrijgen in de ruimtelijke factoren die van invloed zijn op plaatskeuze en
omvang van de kolonies van de diverse soorten
Pelecaniformes (aalscholvers en pelikanen)
en Ciconiiformes (reigerachtigen, lepelaars en
ibissen) die dit gebied rijk is. Hiermee hopen we
enerzijds een bijdrage te leveren aan duurzaam
beheer van de natuurlijke rijkdommen van het gebied
zelf (o.a. vis voor vogels en mensen) en anderzijds
aanknopingspunten te kunnen bieden
voor samenhang in ecologische herstelprojecten
van natte gebieden in de Nederlandse Rijn-Maasdelta.
Gedurende de periode 15 mei tot en met 15 juni
2001 zijn 14 kolonies per boot bezocht, waarvan
de locatie met GPS precies werden ingemeten en
zo goed als mogelijk de aantallen paren per soort
werden geschat of geteld, Tijdens een vier uur durende
vliegtocht op 8 juni zijn aanvullend hierop
nog eens 12 kolonies gelokaliseerd en geteld, Een
simultane video-opname van de gehele vlucht
maakte het mogelijk op deze schattingen nog een
zekere controle uit te voeren, ofschoon het herkennen
van sommige soorten op de videoband lastig
bleek. In totaal werden in deze 26 kolonies 12 soorten
vogels broedend aangetroffen: twee soorten
aalscholvers, twee soorten pelikanen, zes soorten
reigers, Lepelaar en Zwarte Ibis. Purperreigers
werden niet broedend aangetroffen, maar van een
kolonie werd aanvullende informatie over plaats en
geschatte omvang verkregen van een veldmedewerker
van DONI.
Door het plotten van de verschillende kolonies
op een gezamenlijk door Roemenië, Oekraïne en
Nederland vervaardigde gebiedsdekkende vegetatiekaart
(Hanganu et al. in prep.) en het opnemen
in een GIS-bestand, is getracht een kwantitatief inzicht
te krijgen in de aanwezigheid van geschikt
foerageerhabitat voor de verschillende soorten in
de omgeving van de diverse kolonies.
In 2002 zal het veldwerk in Roemenië verder
worden gecompleteerd. Hierbij verdienen het
uiterste noorden en noordoosten en het zuiden van
het gebied nog wat extra aandacht. Tevens zal
worden gepoogd om uitbreiding van het karteringswerk
naar het Oekraïense deel van de Donaudelta
te realiseren, in aansluiting op de eveneens
grensoverschrijdende vegetatiekaart. Bij de uiteindelijke
verwerking van de resultaten zal ook aandacht
worden besteed aan de biotoopbeschrijvingen
van de feitelijke kolonielocaties zelf. Hierbij
spelen, naast vegetatie, ook factoren als waterstandsfluctuaties
en isolement naar verwachting
een belangrijke rol.
[gratis pdf] [english summary]
|