MATHTHYSEN E (1997) Nederlandse Ornithologische Unie: Themadag Effecten van habitatversnippering op vogels en zoogdieren: Effecten van habitatversnippering op individueel niveau: de Boomklever Sitta europaea. LIMOSA 70 (1): 36-37.
In de periode 1990-94 werden demografie en verplaatsingen
van Boomklevers Sitta europaea bestudeerd m
een gebied met verspreide kleine bosfragmenten ten Zuiden
van Antwerpen, en in enkele grote bosgebieden tussen
150 en 1500 ha (hoofdzakelijk oud eikenbos). In het
versnipperde gebied is de populatiedichtheid bijna half
zo laag als in de grote bossen, terwijl deze onderling
weinig verschillen in broeddichtheid. Overleving en
broedsucces zijn echter niet lager in de bosfragmenten.
Er is wel een belangrijk verschil in het aantal jonge vogels
dat zich in de zomerpopulatie vestigt. In de fragmenten
vestigen zich minder jonge vogels, blijven geschikte
territoria vaker leeg, en zijn er aanwijzingen dat
de vogels moeite hebben om geschikte territoria en partners
te lokaliseren. Dit hangt samen met de grote dispersie-
afstanden die in dit gebied worden afgelegd (gemiddeld
verschillende kilometers) en de zeldzaamheid van
geschikt biotoop in het landschap. Onze conclusie is dat
de effecten van versnippering vooral werken via een hogere
sterfte tijdens de dispersiefase (hoewel we netto
emigratie niet kunnen uitsluiten) en dat dit geldt voor de
fragmentpopulatie als geheel. Het gevolg is dat bezetting
en broeddichtheid weinig variëren met fragmentgrootte
of onderlinge isolatie. Tenslotte suggereren de
gegevens dat de zomerrecrutering in de fragmenten onvoldoende
is om de populatie in stand te houden, en dat
deze gesupplementeerd wordt door extra immigratie
vanuit grote bossen tussen zomer en voorjaar. Dit kan
verklaren waarom de dichtheid lager is op grotere afstand
van boscomplexen die als 'brongebied' kunnen
fungeren.
[gratis pdf] [english summary]
|