GERRITSEN GJ (1990) Slaapplaatsen van Grutto Limosa limosa in Nederland in 1984 - 1985. LIMOSA 63 (2): 51-63.

Nederland is voor de NW-Europese populatie van de Grutto Limosa limosa het belangrijkste broedgebied. Volgens Piersma (1986) broedt 84% van deze populatie in Nederland. Er is in ons land veel onderzoek gedaan aan de Grutto. De eerste populatieschatting stamt uit 1967 (Mulder 1972) en de meest recente uit 1986 door Van Dijk et al. (1989). Gedetailleerd onderzoek naar de broedbiologie en terreingebruik is uitgevoerd door Buker & Winkelman (1987). Beintema & Drost (1986) onderzochten de trek van de Grutto en Van Dijk (1980) bestudeerde de rui. De Atlas van de Nederlandse vogels geeft een beeld van de landelijke verspreiding per maand in de periode 1978-83 (Bijlsma 1987). Ret is reeds lang bekend dat Grutto's evenals veeI andere vogelsoorten gemeenschappelijk overnachten. In de I1sseldelta zijn al vanaf 1935 slaapplaatsenbekend (Gerritsen & Lok 1986). Mulder (1972) geeft een landelijk overzicht van 14 bekende slaapplaatsen in de periode tot 1970. Onderzoek in Drenthe in de periode 1971-80 leverde 53 gruttoslaapplaatsen op (Van Dijk & Van Os 1982). De gunstige ervaringen met het tellen op slaapplaatsen in Drenthe en het ontbreken van een recent landelijk overzicht waren aanleiding voor de in 1981 opgerichte Steltloperwerkgroep (sectie van de NOD) om in 1984-85 een landelijk onderzoek naar gruttoslaapplaatsen uit te voeren. In dit artikel wordt een zo volledig mogelijk overzicht van de verspreiding gegeven van deze slaapplaatsen in Nederland, de aantallen overnachtende Grutto's, de slaapplaatsgrootte en de gebruikte terreintypen. Vervolgens wordt de vraag gesteld of het mogelijk is door middel van tellingen op slaapplaatsen de broedpopulatie van de Grutto in Nederland vast te stellen. Tenslotte worden de functies van het gezamenlijk overnachten/ slapen van Grutto's besproken.

[gratis pdf] [english summary]