ENS BJ (1988) Lopend onderzoek: Over hokkers, wippers en repercussies van ouderlijke zorg. LIMOSA 61 (1): 51-51.
Scholekster Haematopus ostralegus Hoeveel jongen moet een oudervogel proberen groot te brengen? Ret antwoord van iedere rechtgeaarde neoDarwinist op deze vraag is simpel: hoe meer hoe beter. Dat veel vogelsoorten niet verder komen dan een of enkele jongen per jaar moet dan ook verklaard worden uit grenzen die kennelijk bestaan aan de inspanning die oudervogels kunnen of willen leveren (Ardea 68: 225-252). Ret broedbiologisch onderzoek aan individueel gemerkte Scholeksters op Schiermonnikoog onder leiding van Jan Rulscher, Marcel Kersten en mijzelf probeert de achtergrond van deze grenzen te begrijpen. De op de kwelder broedende Scholeksters zijn voor hun voedselvoorziening vrijwel volledig afhankelijk van het aangrenzende wad, waar zij zoeken naar nonnetjes en zeeduizendpoten. Onder de Scholeksters bestaat een onderscheid tussen hokkers,
[gratis pdf] [english summary]
|