Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

BELKUM J & ESSELINK P (1986) Korte bijdragen: Broedvogeltelling Kluut Recurvirostra avocetta in de Dollard in 1985. LIMOSA 59 (4): 189-189.

De Dollard is belangrijk voor de Kluut als broedgebied en vooral als tussenstation tijdens de trek (Ruitenbeek 1985). Op de kwelders broeden jaarlijks 400-600 paren en in de periode augustus- oktober pleisteren er soms meer dan 10 000 vogels (Tjallingii 1969, Boekema et al. 1983). De kwelders beslaan ruim 1100 ha. De Duitse kwelder (c. 375 ha) bestaat voornamelijk uit intensief gebruikt cultuurgrasland; de Nederlandse kwelder (inciusief de Punt van Reide c. 745 ha) heeft een natuurlijke tot halfnatuurlijke vegetatie en wordt grotendeels extensief beweid (van Tongeren 1985). De Kluten foerageren op het aangrenzende wad. Evenals in andere Europese getijdegebieden is de zeeduizendpoot Nereis diversicolor daar de belangrijkste prooi (Cramp & Simmons 1983, Engelmoer & Blomert 1985, eigen waarnemingen). Deze worm plant zich aan het einde van het tweede levensjaar voort en sterft dan af. Vanaf mei vindt vestiging van jonge wormen plaats (Mettam et al. 1982). Tijdens de aardappelcampagne (augustus-maart) worden er jaarlijks grote hoeveelheden organisch afvalwater van de aardappelzetmeelindustrie via de Westerwoldse Aa (WWA) in de Dollard geloosd. De omvang van deze lozingen bereikte een maximum in de jaren zeventig, maar is door sanering in 1982 tot de helft teruggebracht. Ais gevolg van de lozingen verdween de zeeduizendpoot tot 1982 tijdens de jaarlijkse campagne uit een 4 km2 groot gebied rond de monding van de WWA (Essink et al.1985). In het voorjaar volgde steeds een herstel door vestiging van jonge wormen. Door de lozingen ging jaarlijks c. 30% van het potentiele foerageergebied voor de Kluut verloren. Dit gold niet aileen voor de periode augustus-maart maar ook voor het broedseizoen. In het voorjaar zijn de nieuwe gevestigde juveniele zeeduizendpoten namelijk nog te klein om door de Kluut gegeten te worden. Door de vermindering van de lozingen verdwijnt de zeeduizendpoot sinds 1982 nog maar uit een c. 1 km2 groot gebied (fig. 1, Esselink & van Belkum 1986). Dit zou van belang kunnen zijn geweest voor de Kluut. Kluut Recurvirostra avosetta

[gratis pdf] [english summary]



limosa 59.4 1986
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster