Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

VOOUS KH & ROOSELAAR CS (1980) Commissie voor de Nederlandse Avifauna: nieuwe stap voorwaarts. LIMOSA 53 (1): 25-26.

Nadat de Commissie voor de Nederlandse Avifauna (CNA) aan een belangrijk deel van zijn hem in 1957 door het bestuur van de Nederlandse Ornithologische Unie (NOU) verleende opdracht had voldaan door de samenstelling en de publicatie van de "Avifauna van Nederland" (1962, 2e druk 1970), bleek hoe langer hoe duidelijker dat het uitzetten van een nieuwe koers onder ogen moest worden gezien. Dat is een verheugende omstandigheid, vooral ook omdat de CNA zelf tot de noodzaak van een koerscorrectie heeft bijgedragen. De eerste aanwijzingen daarvoor zijn reeds terug te vinden in de mededeling van 1967 (Voous 1967) en in nog sterkere mate in die van 1977 (Oreel & Osieck 1977). Terwijl de bronnen waaruit aanvankelijk de gegevens voor de "Avifauna van Nederland" werden geput vrijwel in hun geheel uit waarnemingen van leden van de NOU bestonden, zijn thans duizenden nieuwe gegevens bijeengebracht door medewerkers van de talrijke in de Stichting Ornithologisch Veldonderzoek Nederland (SOVON) samenwerkende vogelwerkgroepen en andere organisaties (inc!. de NOU). Deze gegevens, die tot voor kort uitsluitend op broedvogels betrekking hadden, zijn in een atlas van Nederlandse broedvogels gepubliceerd en zullen later in een gezamenlijk Europees Atlas Project worden verwerkt; zij geven aan de kwalitatieve verspreidingsgegevens en de kwantitatieve schattingen van weleer een meer concrete en tot de laatste jaren bijgewerkte en gecontroleerde basis. Al deze gegevens konden uiteraard niet in het gecodeerde CNA-archief worden opgenomen. Dat kon evenmin met de gegevens in het uitgebreide archief van de Club van Zeetrekwaarnemers, sedert 1976 een sectie van de NOU. Nog minder zal dit kunnen met de gegevens die voor het tweede atlasproject van SOVON, de kartering van het maandelijkse voorkomen van aile Nederlandse vogelsoorten, in de komende jaren zullen worden verzameld. Door deze omstandigheden zal het CNA-archief niet meer op die volledigheid kunnen bogen, die het in de eerste jaren van zijn pionierswerkzaamheid bezat. Deze situatie, die stellig door het enthousiasme en de groeiende bekwaamheid van jonge vogelwaarnemers tot stand is gekomen, mag naar het oordeel van de CNA . niet leiden tot vervreemding van de NOU met de locale vogelwerkgroepen. In tegendeel, het bestuur van de NOU en de CNA zijn van oordeel, dat een nauwe samenwerking en een duidelijke taakverdeling tussen CNA en SOVON op het gebied gewenst en noodzakelijk zijn. In gelukkig overleg met de heer R. M. Teixeira, destijds algemeen coordinator van het Atlas Project, en na verkregen instemming van het bestuur van de NOU, heeft de CNA in zijn vergadering van 11 november 1978 dan ook besloten zijn werkwijze als voigt aan de bovengenoemde vernieuwing van het veld-ornithologisch onderzoek in Nederland aan te passen:
      1. De inzameling van avifaunistische gegevens per waarnemingskaart zal worden beperkt. Vanaf 1 januari 1977 werden intussen reeds alleen waarnemingskaarten verwerkt en door de Commissie Dwaalgasten (CDNA), c.q.Club van Zeetrekwaarnemers, beoordeeld van die soorten die namens de CNA door Oreel & Osieck (1977) in een speciale lijst werden vermeld. Deze werkwijze voldoet en zal worden voortgezet. Bovendien zullen thans ook graag waarnemingen worden ingewacht van de volgende soorten waarvan het nuttig wordt geacht dat het verloop van hun voorkomen in Nederland nauwkeurig wordt gevolgd: Kleine Zilverreiger
Zwarte Ooievaar
* Witoogeend
* Sneeuwgans
Canadese Gans
* Roodhalsgans
ZwarteWouw
RodeWouw
Zeearend
Visarend
Slechtvalk
* Roodpootvalk
Morinelplevier
Steltkluut
Grauwe Franjepoot
Reuzenstern
Hop
Pestvogel
Waterspreeuw
* Kleine Vliegenvanger
* Notenkraker


Hoewel ten aanzien van de Witoogeend wei eens determinatie-moeilijkheden verwacht kunnen worden, zullen de soorten uit de bovenstaande lijst wei worden geregistreerd, maar niet worden beoordeeld. De met een (*) gemerkte soorten dienen derhalve in de lijst van Oreel & Osieck (1977) te worden geschrapt.
      Om dubbel werk te voorkomen, worden waarnemingen van andere soorten niet meer door de CNA verzameld of verwerkt, zodat waarnemers verzocht wordt zulke gegevens niet meer aan de CNA in te zenden.
      2. Codering ten behoeve van een mechanische administratie en verwerking is per 1 januari 1979 gestaakt. De CNA acht het wenselijk, dat avifaunistische registratie op lange termijn zal blijven plaatsvinden. Daarom zal naar gelegenheden en omstandigheden worden uitgezien om een zodanige registratie, liefst in wijder faunistisch verband, bij een centraal instituutonder te brengen.
      3. De voltallige CNA (CDNA en Commissie Systematiek Nederlandse Avifauna, CSNA) blijft op dezelfde wijze als voorheen niewe soorten en ondersoorten en eerste, c.q. zeer zeldzame broedgevallen en andere uitzonderlijk moeilijke gevallen beoordelen en registreren.
      4. Meer dan voorheen zal aandacht worden besteed aan de registratie en de verfijning van beoordelingsgronden. Soort-determinaties in het veld en in de hand (ringers!) zijn er - in weerwil van de vele veldgidsen - de laatste jaren niet gemakkelijker op geworden. De CNA zal daarom thans meer naar verdieping dan naar verbreding van zijn werkzaamheden streven. Enerzijds wordt dus op een geringer aantal waarnemingskaarten per jaar gerekend, anderzijds zal de bewerking per kaart intensiever worden en meer tijd gaan vergen.
      5. Het samenstellen van een derde druk van de "Avifauna van Nederland", hoewel wat feitelijke gegevens betreft wei gewenst, wordt zo kort na de verschijning van Atlas van de Nederlandse broedvogels niet opportuun geacht. Men gaat er van uit, dat een voorbereidings- of redactie-commissie voor een derde druk van de "Avifauna van Nederland" de samenwerking met medewerkers van SOYON niet zal kunnen ontberen.
      6. De CNA streeft er naar dat door een of meer van zijn leden zo regelmatig mogelijk en in zo leesbaar mogelijke" vorm mededelingen, c.q. jaaroverzichten over de Nederlandse avifauna aan "Limosa" ter publicatie zullen worden aangeboden. Eerste opzetten daartoe, handelende over zeldzame vogels in Nederland (Scharringa & Osieck 1978) en over zeevogels en trek langs de kust (De Miranda 1978), beide over het jaar 1976, zijn intussen reeds verschenen.
      7. De aangebrachte koerscorrectie, of beter: de nieuwe stap op de onafgebroken weg van de registratie en bestudering van de Nederlandse avifauna, heeft tot geringe, zij het niet onbelangrijke verschuivingen en veranderingen in de samenstelling van de leden van de CNA geleid. Allereerst moet het vertrek worden genoemd van de heer J. Kist, voorzitter van CDNA en de heer M. J. Tekke, secretaris van CNA en archivaris van CDNA. Aan beide heren, die vanaf de oprichting van de CNA in 1957 met grote persoonlijke inzet en inspanning voor de doeleinden van de CNA hebben geijverd, werd door het bestuur van de NOV en door de voorzitter van de CNA welgemeende dank overgebracht. Daarnaast leed de CNA een gevoelig verlies door het plotseling overlijden van het lid de heer J. G. van Marie. Ook de heer G. J. Oreel verliet de Commissie. De werkzaamheden van de Commissie zijn thans als voigt verdeeld:
CNA, Commissie voor de Nederlandse Avifauna (CDNA en CSNA)
voorzitter: K. H. Yoous
secretaris: C. S. Roselaar
CDNA, Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna
voorzitter (ad interim): K. Waldeck
secretaris: J. F. de Miranda
archivaris: C. J. G. Scharringa
contact Vogeltrekstation en SOYON: E. R. Osieck
overige leden: A. van den Berg (I januari 1980)
H. F. van der Lee
J. Swaab
CSNA, Commissie Systematiek Nederland Avifauna
voorzitter: K.H. Yoous
secretaris: C. S. Roselaar
overige leden: G. F. Mees
J. Swaab
J. Wattel
De CNA spreekt de wens uit, dat ook in de toekomst op een nauwe samenwerking met aile vogelwaarnemers in Nederland mag worden gerekend. Er zal meer dan voorheen een beroep op hun "veldkennis" van moeilijk te determineren soorten worden gedaan. De CNA durft dit van hen te vragen omdat de middelen om die kennis te verwerven sedert het begin van de werkzaamheden van de CNA in belangrijke mate zijn toegenomen en voor ieder beschikbaar zijn. Het zal evenwel gewenst zijn zich te blijven realiseren, dat na verloop van tijd wederom koerscorrecties en nieuwe stappen voorwaarts gemaakt zullen moeten worden.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 53.1 1980
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster