BALEN JH & SPEEK BJ (1976) Een invasie van Mezen Paridae in de herfst van 1971. LIMOSA 49 (3): 188-200.
Koolmees Parus major Pimpelmees Cyanistes caeruleus Zwarte Mees Periparus ater Zoals reeds door Van Marle et al. (1973) is vermeld, viel er in deherfst van 1971 duidelijk mezentrek waar te nemen.Niet aileen werden op vele plaatsen in Nederland trekkende mezen gezien, maar ook werden vele exemplaren door ringers gevangen en werden enkele tientallen mezen met in het buitenland aangelegde ringen hier aangetroffen. Deze berichten hadden betrekking op Koolmees Parus major, Pimpelmees Parus caeruleus en Zwarte Mees Parus ater, soorten die volgens sommige auteurs (bv. ~ramp et al. 1960) tot de invasievogels gerekend worden, terwijl andere auteurs deze rekenen tot de jaarlijkse trekkende soortyn. Uit de literatuur blijkt, dat in sommige gebieden, vooral in Noordoost- en OostEuropa, ieder jaar trek van deze soorten geconstateerd wordt, maar in jaarlijks sterk f1uctuerende aantallen. Dit geldt ook voor enkele Alpenpassen, zoals de Col de la Goleze (Frelin 1971). In West-Europa, vooral in Groot Brittannie, gaan echter vele jaren voorbij zonder mezentrek, en in dit gebied heeft het zin om bij het optreden van grote aantallen trekkende mezen te spreken van een invasie.
[gratis pdf] [english summary]
|