LOOSJES M (1974) Over terreingebruik, verstoringen en voedsel van Grauwe Ganzen Anser anser in een brak getijdengebied. LIMOSA 47 (3): 121-143.
Grauwe Gans Anser anser Voor de in Nederland doortrekkende en overwinterende Grauwe Ganzen vormen biezenvegetaties een belangrijk voedselgebied. Door de uitvoering van het DeItaplan zuBen deze vegetaties naar aBe waarsehijnlijkheid in het algemeen een aehteruitgang vertonen. Ret werd daarom nuttig geaeht informatie te verzamelen over het gebruik dat de Grauwe Ganzen van biezenterrein maken. Er werd daartoe, voornamelijk in de winter 1968/'69, onderzoek verrieht op de Beninger Slikken. Dit terrein is een van de laatste grate biezenterreinen in het DeItagebied, dat na de reeente afsluiting van het Raringvliet in 1970 sterk zal veranderen. De Beninger Slikken of Slikken van Zuidland liggen aan de zuidhoek van Voorne, westelijk van de monding van het Spui, langs het RaringvIiet (51?48'NB, 4?13'OL) (Fig. 1). Ret terrein behoort vrijwel geheel tot de gemeente Zuidland en is eigendom van Domeinen. Ret was een brak getijdengebied en is grotendeels begroeid, dus feiteIijk een gars. Van de dijk naar het Raringvliet ligt er, uitgezonderd de oostelijke hoek, aehtereenvolgens buitendijks gras (20 ha, 150+-120+ hoogteligging in em t.O.v. NAP), riet (70 ha, 140+-80+), biezen (98 ha, 130+-20-) en slik (beneden 20+ tot 80-: 70 ha, tussen 80- en 200-: 20 ha). Lokaal treedt uitspoeling van het biezenterrein op door veranderende stromingen, wat gecompenseerd wordt door begroeid raken van aanslibbingen elders. De algemeen voorkomende biezen zijn de Ruwe Bies Scirpus lacustris glaucus en de Zeebies Scirpus maritimus; de laatste overheerst in het westelijk deel van de biezengordel, de Ruwe Bies overheerst in het oosteIijke dee!. Waar beide soorten voorkomen, groeit de Zeebies op hager liggend terrein. Ret biezenterrein is seherp te seheiden in terrein met uitsluitend Zeebies en terrein met uitsluitend Ruwe Bies. Andere planten ontbreken vrijwel in de biezengorde!. De Ruwe Biezen, evenals het riet, zijn verpaeht en worden geexploiteerd: het riet wordt jaarIijks gemaaid ('S winters) met uitzondering van de buitenste rand; van de Ruwe Biezen wordt elk jaar de helft gemaaid ('S zomers). De vogelbevolking is rijk, braedvogels zijn o.a. Baardmees, Porseleinhoen en Bruine Kiekendief (zie Draaijer 1967, van der Made 1968, van der Weijden 1969). Als overwinteringsterrein is het gebied van belang voor verschiIIende vagels (vn!. ganzen, eenden en wulpen) en het vormt als zodanig een onderdeel
[gratis pdf] [english summary]
|