LEBRET T (1961) De Avifauna van het Veeregat - Zandkreekgebied. LIMOSA 34 (1): 21-29.
Onderstaande studie is een paging om een beeld van de avifauna van het Veere-Gat en de Zandkreek in de laatste 10-15 jaar voer de afsluiting vast te leggen, zodat men later een uitgangspunt heeft voor het nagaan van de veranderingen in dit gebiect. In de tweede plaats biedt deze studie gelegenheid voor een prognose, ten aanzien van de toekomstige ontwikkeling van de avifauna als basis voor het beheer van de ontworpen reservaten. Uiteraard is het hier gegeven beeld door verschillende oorzaken slechts schetsmatig; dat bijvoorbeeld hoofdzakelijk van de Walcherse en Zuidbevelandse oever is waargenomen, leidt - leterlijk - tot eenzij digheid. Bovendien heeft iedere waarnemer neiging tot specialisatie op bepaalde voge1groepen of tot een of meer studie-richtingen. Voorts krijgen de minder gewone soorten soms meer aandacht dan de gewone. Toch zijn bij deze laatsten deaanpassingen aan het getij en dus ook de reacties op het wegvallen daarvan beter te volgen. Het vaststellen van het al of niet voorkomen van bijzondere soorten is overigens geen rariteiten-jagerij. Bij een reuzen-ingreep als de afsluiting van de zeegaten kunnen na de afsluiting plotseling allerlei invasies gaan optreden van overigens zeldzame soorten en het is nuttig dan te kunnen teruggrijpen op gegevens over het voorkomen van die soorten v66r de afsluiting. Natuurlijk zullen niet aIleen de voge1s maar ook de ornithologen in hun gedrag reageren op de afsluiting. V 66rdien was het gebied een getij-Iandschap, waar de brede schorrenz6ne met zijn diep ingesneden, steil-oeverige geulen (en ware barriere vormde, terwijl het bovendien tweemaaJ daags door de vloed ontoegankelijk werd. Voor ondernemende en zwemlustige vogeIliefhebbers een extra prikkel tot waarnemen, maar toch ook een handicap. De afsluiting maakt dus intensiever werken mogelijk, terwijl gelegenheidsbezoekers ongetwijfeld hun ornithologische bijdragen Zl:lllen gaan leveren, zodat stellig minder aan de aandacht zal ontsnappen. Broedvogels en doortrekkers zullen in deze studie gescheiden worden behandeld. Bij een aantal soorten zal telkens de prognose op grond van de ervaringen in de Braakman worden meegedeeld. De relaties van het Veere Gat - Zandkreekgebied en de aanliggende gebieden - cultuurland en binnendijkse kreken - zullen hier en daar ter sprake komen. Overigens is deze studie op het buitendijkse gebied geconcentreerd en ontleent ook daaraan zijn bestaansreden. De Zuidbevelandse avifauna is immers al door VLEUGEL e.s. (1948) beschreven. Hier moge ook VLEUGEL'S studie over randtrek (1948) worden vermeld, waarvoor het materiaal grotendeels langs de Zandkreek werd verzameld. Een korte beschrijving van het gebied moge aan de systematische ##### Bergeend Tadorna tadorna Wilde Eend Anas platyrhynchos Wintertaling Anas crecca Zomertaling Anas querquedula Slobeend Anas clypeata Waterral Rallus aquaticus Strandplevier Charadrius alexandrinus Kievit Vanellus vanellus Scholekster Haematopus ostralegus Kluut Recurvirostra avosetta Kemphaan Philomachus pugnax Tureluur Tringa totanus Zilvermeeuw Larus argentatus Kokmeeuw Chroicocephalus = Laurus ridibundus Visdief = Visdiefje Sterna hirundo Grote Stern Thalasseus sandvicensis = Sterna sandvicensis Dwergstern Sternula albifrons Rietzanger Acrocephalus schoenobaenus Veldleeuwerik Alauda arvensis Graspieper Anthus pratensis Gele Kwikstaart Motacilla flava Rietgors Emberiza schoeniclus
[gratis pdf] [english summary]
|