HOOGERWERF A (1951) Nieuwe bijzonderheden over het voorkomen van de lepelaar (Platalea leucorodia regia Gould), in West-Java). LIMOSA 24 (3): 91-99.
Of schoon het oorspronkelijk in mijn voornemen lag om in een over
het in Bantam (West-Java) gelegen vogelreservaat Pulau Dua voor
dit tijdschrift samen te stellen artikel, ook mijn waarnemingen te
verwerken, welke in het afgelopen broed-seizoen (1951) werden
gedaan bij enkele lepelaars, werd het, mede in overleg met de
redactie, beter gevonden thans de meest belangrijke observaties afzonderlijk
te publiceren, opdat die later gemakkelijker terug te
vinden zullen zijn en niet schuil zullen gaan onder de veelheid van
gegevens, welke op bedoeld Natuurmonument verzameld werden.
In Limosa (20. 1947, p. 194 en 21, 1948. p. 104), en in Treubia
(19, 1948, p. 96) werd door mij melding gemaakt van de eerste
waarneming op Java van de lepelaar, gedaan in de namiddag van
7 Mei en in de morgen van 8 Mei 1941.
De totale vernieling van de bos-opstand van dit vogel-paradijs in
het voorjaar van 1942, welke onmiddellijk volgde op de Japanse
bezetting van Java, maakte van het eiland een "leeg huis" waar
nauwelijks nog een enkele reiger- of ooievaarachtige vogel kon
worden waargenomen (Limosa, 20, 1947. p. 193). En in de latere
jaren toen de vegetatie zich langzaam weer herstelde, gaven de
Japanners ons geen kans meer am leen bezoek aan dit eiland te
brengen, terwijl ook de wanorde, volgende op de bezetting, dat onmogelijk
maakte,
Eerst in het begin van 1951 kon ik het gebied opnieuw bezoeken
en de organisatie van het beheer ter hand nemen. Kort daarop werd een aanvang gemaakt met intensieve waarnemingen en met de vervaardiging
van een kleurenfilm vanuit een door Regentschapswerken
te Serang gebouwde schuilhut en was ik getuige van het herstel
van deze broedplaats, welke door het feit, dat op een oppervlakte
van nauwelijks 10 ha veertien verschillende soorten aalscholvers,
reigers, ooievaarachtigen en ibissen broeden, misschien wel
een van de belangrijkste .. broed-kolonies" van de gehele wereld
kan worden genoemd.
Het was dan tien jaren geleden, dat ik die lepelaar te zien kreeg en
ik rekende er niet op dit geluk nog eens weer te zullen beleven. Zodoende
dacht ik op de snikhete morgen van 13 Juli 1951 in mijn
schuilhut, waarin de temperatuur niet beneden de 104° Fahrenheit
daalde en opliep tot 114°, niet aan een lepelaar, want ik was geheel
geconcentreerd op in het water rondstappende ibissen, nimmerzatten
e.d. tussen de Rhizophorcn-vegetatie, waarop de 176 mm
telelens van de Kodak Special gericht stond. Angstvallig volgde ik
door mijn zoeker achter de camera de bewegingen dier vogels, gereed
om het mechanisme in actie te brengen als het beeld de moeite
waard werd.
[gratis pdf] [english summary]
|