HOOGERWERF A (1948) Korte mededelingen: Accipiter tr. trivigatus (Temm.) met Oriolus chinensis maculatus Vieill. en Ptilinopus melanospila melananchen (S al v.) als prooi.. LIMOSA 21 (4): 144-145.
Op 10 November 1944 joegen wij nabij een tamelijk zwaar bebost gedeelte
Van 's Lands Plantentuin te Buitenzorg een Accipitee te. teiviegatus van de
grond op, die een tamelijk Zware prooi in de klauwen droeg, waarmede hij
enkele tientallen meters verder weer neerstreek op een langs de grond groeiende
wortel en op de kale grond. Nieuwsgierig. naar de aard van bet prooi-dier
achtervolgden wij de roofvogel, maar ook ditmaal liet hij zijn slachtoffer niet
los, maar streek er wat verder weder mee neer, nu op een sterke wortel
van een woudreus. Voor de derde maal verontrust zette de rover koers naar de
Oever van de Tjiliwoeng, waar hij op een over die rivier groeiende boom plaats
nam, zodat ik de identiteit van het slachtoffer voor het eerst kon vaststellen. Toen ik de havik te dicht naderde vloog hij over de rivier en zette zich
neer op een smal paadje te midden van een vrij dichte onkruiden-vegetatie, die
hem geen uitzicht op de omgeving toestond. Toen ging het spelletje hem blijkbaar
toch vervelen, want hier liet hij Oriolus achter en schoot zelf vrij steil
de hoogte in om tussen het hogere hout te verdwijnen. Met de prooi in de
poten was hij steeds laag boven de grond of de rivier gebleven.
Bij onderzoek bleek, dat de hersenen van de wielewaal reeds waren aangevreten,
evenals de borst. Zoals dit in Europa met haviken gewoonlijk het geval is,
krop! waarschijnlijk ook Accipiter t. trivirgatus zijn prooi dikwijls op de grond :
wij zagen dit reeds eerder in de Plantentuin, terwijl L. de Boer het daar
eveneens waarnam (prooidier Ptilinopus melanaspila mdananchen (Salv.), (♂)
en wij het eveneens minstens eenmaal zagen in het wildreservaat Oedjoeng-Koelon.
[gratis pdf] [english summary]
|