MEES GF (1948) Korte mededelingen: De reacties van vogels op oorlogsrumoer. LIMOSA 21 (4): 141-142.
Naar aanleiding van de mededeling van de Heer Coomans d e R u i t e r
over het boven genoemde onderwerp (Limosa, 20, p. 252) het volgende :
In de oorlogsjaren zagen wij telkens als luchtdoelgeschut en afweermitrailleurs
in de duinen bij Santpoort in actie kwamen, hoe grote troepen vogels, vooral
kraaien en houtduiven (Columba palumbus) langdurig rand begonnen te vliegen en pas na afloop van het schieten weer tot rust kwamen. Daar ik hier niet
over mijn aantekeningen uit die tijd beschik, is het noemen van data en aantallen
mij helaas niet mogelijk. In verband met de opmerking van Coomans de
R u i t e r dat Corvus enca ce1ebensis zich van een bombardement niets aantrok,
is de volgende waarneming wel interessant:
De 13-10-1947 zag ik bij Tegallega (tussen Soekanegara en Goenoenghaloe.
Priangan), hoe door het automatisch vum van slechts een mitrailleur meer
dan 30 kraaien (Corvus enca enca) boven de heuvel van waaraf werd geschoten,
krassend en kennelijk verontrust heen en weer bleven vliegen. Een dergelijke
grote troep kraaien van deze soort is m.i. op zichzelf al een bijzonderheid,
gewoonlijk vertonen zij zich in paren of kleine troepjes. Intussen mag wei worden
bedacht dat mitrailleurvuur inderdaad niet te vergelijken is met de geluiden
en luchtdrukverschijnselen van een bombardement.
Dat vogels ook kunnen schrikken van natuurverschijnselen bleek mij uit het
feit dat bij de eerste onverwachte en harde slagen van een plotseling opkomend
onweer b.v. de ijsvogel Halcyon chloris cyanescens bij verscheidene gelegenheden
luid en opgewonden begon te kwaken.
[gratis pdf] [english summary]
|