HELLEBREKERS AW (1948) Korte mededelingen: Achteruitgang van de broedvogels in de duinen bij Wassenaar. LIMOSA 21 (4): 140-141.
Na 5 jaren was ik weer in de gelegenbeid de duinen bij Wassenaar (Bierlap
en Kijfhoek) te bezoeken, waarbij mij de geweldige acbteruitgang van het aantal
broedvogels ten gevolge van uitdroging der duinen opviel. Opvallend was ook
bet geringe aantal insecten. Hieronder volgen aantekeningen, die ik maakte na
enige bezoeken.
Vlaamse gaai (Garmlus glandarius): Sterk afgenomen, nog slechts enkele
paartjes broedend.
Wielewaal (Oriolus oriolus): Aantal broedvogels tot ongeveer de helft verminderd.
Vermoedelijk staat deze achteruitgang in verband met het door de droogte
steeds kaler worden van de berken, waarin de wielewaal hier zijn nest bouwt.
Boomleeuwerik (Lulula arborea): In 1942 al schaars, dit jaar niet meer gezien
of gehoord.
Boompieper (Anthus trivialis): Tot 1942 behoorde deze vogel hier tot de gewoonste broedvogels. Dit jaar nog hoogstens 10 paren.
Fitis (Phylloscopus trochilus): Afgenomen, maar nog steeds vrij talrijk.
Sprinkhaanrietzanger (Locustella naevia): In 1942 niet zeldzaam. Dit jaar slechts 1 ex. gehoord.
Grasmus (Sylvia communis): Nog even talrijk als in 1942.
Tapuit (Oenanthe oenanthe): In 1942 al een schaarse broedvogel, nu geheel verdwenen.
Gekraagde roodstaart (PhoeniCtlrus phoenicurus): Niet afgenomen, nog steeds vrij talrijk.
Koekoek (Cucllius canoms): Belangrijk afgenomen. Tijdens mijn bezoeken geen enkele vogel horen roepen ! Op 27 Mei vond ik een onbevrucht blauw koekoeksei in een nest met grote jongen van de gekraagde roodstaart, op dezelfde plaats, waar mijn vader ze vond in 1928, 1932 en 1933.
Wulp (Numenius arquata) en Zilvermeeuw (Lams argentatus): Flink toegenomen.
Ik constateerde 2 nieuwe broedvogels :
1) Glanskopmees (Pams palustris): Op 27 Mei een vogel met voer, op :10 Juni
zag ik de uitgevlogen jongen.
2) Sperwer (Accipiter nisus): Op 10 Juni vond ik in een meidoorn, op 4 meter
hoogte, een nest met 6 eieren.
[gratis pdf] [english summary]
|