(2004) Recensie: Breedveld S. ... (et al), 2004.Tussen Haringvliet en Grevelingen, De vogels van Goeree-Overflakkee. LIMOSA 77 (4): 158-159.
Tussen Haringvliet en Grevelingen, De vogels van Goeree-Overflakkee. Breedveld S., A. van
Dam, W.J. Hollaar, K. Tanis, B. van der Velden & G.
de Zoete 2004 (red.). Vereniging voor Natuur- en
Landschapsbescherming Goeree-Overflakkee, Middelharnis.
ISBN 90-9017946-1. 264p. Prijs€33,50 (incl. verzendkosten)
Een 25-jarig jubileum vormt voor menig vogelwerkgroep
een goede aanleiding om hun werk te presenteren.
Het resultaat is voor de buitenwacht vaak
een grote verrassing, voor degenen die het hebben
samengesteld allerminst. Lokale avifauna's zijn
veelal een zware bevalling en daar lijkt deze geen
uitzondering op. Maar dan is er ook een inspirerend
boek over de vogels van het Zuid-Hollandse eiland
Goeree-Overflakkee, samengesteld door 21 auteurs,
12 fotografen en zes redactieleden.
De vogels van Goeree-Overflakkee is geen klassieke
avifauna, maar biedt in 30 hoofdstukken een
beeld van onder andere de vele natuurgebieden
van het eiland en de mensen die hiermee verbonden
zijn. De lezer kan via de hoofdstukken rondzwerven
over het eiland; te beginnen bij de Voordelta,
de duinen en verder gebieden als Kwade
Hoek, Slijkplaat en de landelijk vermaarde Ventjagersplaten
en Krammerse Slikken. De brede opzet
van het boek wordt geïllustreerd door hoofdstukken
met titels als "De Ivoormeeuw van Stellendam,
een uitbundig vogelaarsfestival", "Op mussenjacht",
"Eendekooien op Goeree-Overflakkee" en
het in dialect geschreven "Kiewietseiers gaere".
Ook de mens achter de vogels krijgt aandacht. Allereerst
de geschiedenis van de natuurbescherming
op het eiland en verder een interview met een
jachtopziener ("er zijn gewoon veel te veel kraaien
en eksters") en vogelwachter van Hompelvoet
Kees de Kraker. Mooie beschrijvingen, zeker voor
de locale lezer. Het boek sluit af met een avifaunistische
lijst. Hierin is niet alleen aandacht voor de
dwaalgasten, maar ook voor de in de winter zeer
talrijk voorkomende watervogels. Van alle broedvogels
is een schatting gemaakt van de populatie.
Zo blijkt de Veldleeuwerik afgenomen te zijn van
3500-4500 paren in de jaren zeventig tot 500-520
paren rond 2000. De Ekster blijkt inderdaad betere
tijden te kennen op het eiland: van nog geen 10 in
de zeventiger jaren naar 250-300 paren in 2000. In
de winter bedraagt de populatie 600-700 exemplaren
(met groepen tot 100 vogels).
Zonder afbreuk te willen doen aan de levendige
inhoud van het boek, zijn er een paar minpunten te
noemen. Een gemis is een samenvattend hoofdstuk
waarin voor alle gebieden samen de balans
wordt opgemaakt van alle ontwikkelingen die zijn
geschetst. Het hoofdstuk "Internationale toetsingskaders"
komt wat gehaast over. Toch een interessant
onderwerp voor een eiland dat volledig is omringd
door Vogelrichtlijngebieden! Tot slot de
vormgeving van het boek, die doet geen recht aan
de kwaliteit van de inhoud. Met name de schuin
geplaatste titels springen in het oog en geven het
gevoel van misplaatste creativiteit. Meer creativiteit
had wel gemogen bij de vele klein geplaatste foto's
die helaas deels wat flets zijn overgekomen.
"Tussen Haringvliet en Grevelingen" nodigt uit
tot een verkenning van het eiland. Voor de vogelaars
die het veelal in de winter bezoeken biedt
het de mogelijkheid ook thuis verder in de rijke
vogelwereld van Goeree-Overflakkee te duiken.
Recensie van Michiel van der Weide
[gratis pdf] [english summary]
|