Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

(2000) Recensie: Gerdes K, 2000. Die Vogelwelt im Landkreis Leer, im Dollart und auf den Nordseeinseln Borkum und Lutje Horn. LIMOSA 73 (4): 158-158.

Die Vogelwelt im Landkreis Leer, im Dollart und auf den Nordseeinseln Borkum und Lutje Horn. Gerdes K, 2000. Schuster, Leer. 318 p. ISBN 37963- 0348-X. Prijs Euro 20,-/DM 39,90.

Menig bezoeker van de Dollard zal wei eens een nieuwsgierige blik hebben geworpen op de brakke kwelders aan gene zijde van de grens, daar waar Landkreis Leer begint. Na Die Vogelwelt im Landkreis Leerte hebben gelezen, zullen velen het niet meer laten bij een nieuwsgierige blik. Kreis Leer (in grootte 47% van Groningen) heeft vogelaars namelijk veel te bieden. Naast open agrarisch cultuurland en kwelders herbergt het kreisgebied namelijk ook fraaie hoogveenrestanten en twee Waddeneilanden: Borkum en LUtje Horn.
      In de inleidende hoofstukken wordt onder andere aandacht besteed aan slaapplaatsen van ganzen, meeuwen en steltlopers. Daarnaast zijn hoofdstukjes gereserveerd over de winteroecologie van ganzen, de afname van weidevogels, en over kraaiachtigen ('Verfolgen oder Verstehen'). In dit laatste hoofdstuk doet Gerdes een sympathieke poging om de kennelijk diepgewortelde antipathie voor dit Raubzeug wat te verminderen. Twee derde van het boek wordt in beslag genomen door soortteksten, waarbij ook steeds de Nederlandse soortnaam is vermeld. Bij o,a. ganzen, eenden, roofvogels en steltlopers zijn afbeeldingen met de verspreiding en de jaarrond-ontwikkeling gepresenteerd. Vooral Kolgans (45000) en Brandgans (40000) blijken talrijke overwinteraars. In het broedseizoen is het agrarisch cultuurland van grote betekenis voor de Kwartelkoning, waarvan sinds 1997 weer tientallen territoria zijn vastgesteld. In het hoogveen is de Goudplevier - een eeuw geleden als broedvogel nog algemeen - als broedvogel nog behouden gebleven. In de Esterweger Dose, hemelsbreed slechts 30 kilometer ten oosten van Nederland, zijn in 1997 zelfs nog acht broedparen vastgesteld. Met het Korhoen is het slechter afgelopen. In de 17e en 18' eeuw werden bij drijfjachten nog honderden vogels opgejaagd. De soort was zelfs z6 talrijk dat veenboeren de legsels opzochten om er eierkoeken van te bakken! In 1985 verdween het Korhoen echter van het toneel. Hoewel de avifauna van Leer zozeer lijkt op die van NO-Nederland treffen we soms ook componenten van oostelijker streken aan. De 10-15 broedparen van Grauwe klauwier zijn hier een voorbeeld van, evenals incidentele vestigingen van Middelste Bonte Specht (1998) en Sperwergrasmus (1974).
      Gerdes toont zich kritisch als het gaat om broedgevallen van zeldzame soorten. Zo is het in de Atlas der Brutv6gel Niedersachsens vermelde broedgeval van een Rode Wouw wegens onvoldoende documentatie geschrapt. De Draaihals is zelfs niet als broedvogel vermeld, hoewel in 1985 een 'broedverdacht paar' bij een nestholte werd waargenomen. Het enige manco van het boek is dat vrijwel geen informatie is gegeven over populatiegrootte en de aantalsontwikkeling van zangvogels. Kennelijk is het aantal steekproefgebieden in Kreis Leer ontoereikend om zo'n exercitie mogelijk te maken. Afgezien daarvan is het boek de investering dubbel en dwars waard. Gezien de Ligging mag het eigenlijk niet in de boekenkast van Groningse vogelaars ontbreken

Recensie van Rob L. Vogel

[gratis pdf] [english summary]



limosa 73.4 2000
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster