GROENENDIJK D, OVAA A & RIJSWIJK W VAN (2012) Recente CDNA-besluiten. LIMOSA 85 (1): 42-43.
Op de wintervergadering van de Commissie
Dwaalgasten Nederlandse Avifauna
(cdna) op 25 februari 2012 te Santpoort-
Zuid NH zijn de volgende punten
aan de orde gekomen en besluiten genomen.
Frank Neijts moet zijn lidmaatschap
helaas vanwege gezondheidsredenen
vroegtijdig beëindigen. Zijn
opvolger wordt Nils van Duivendijk, die
daarmee een comeback maakt in de
commissie. De termijn van Max Berlijn
als archivaris verloopt in 2013. De overgang
naar het digitale roulatiesysteem
is een geschikt moment om het stokje
over te geven. Marcel Haas is bereid gevonden
om de taken van Max reeds in
de loop van 2012 over te nemen. Jeroen
van Vianen en Steven Wytema lichtten
op de vergadering de stand van zaken
toe met betrekking tot de Digitale Avifauna.
Alle gevallen tot en met 2010 zijn
inmiddels ingevoerd; aan de gevallen
van 2011 wordt ook gewerkt (omdat die
nog niet in een jaarverslag zijn gepubliceerd
krijgen ze een aparte status).
Voor de digitale roulatie is ondertussen
een protocol geschreven en naar
verwachting is in mei-juni de testversie
gereed; het systeem wordt vervolgens
tot eind 2012 getest en geoptimaliseerd
zodat er vanaf 1 januari 2013 volledig digitaal
kan worden gewerkt.
De volgende soorten zijn bekrachtigd
als nieuwe soort voor Nederland:
Kokardezaagbek Lophodytes cucullatus
(Biddinghuizen Fl, 27 november 2007
tot 10 februari 2008; andere waarnemingen
van deze soort zijn (nog) niet
aanvaard) en Langstaartklauwier Lanius
schach (Den Helder NH, 31 oktober
2011). Van het eerste kalenderjaar mannetje
Kokardezaagbek waren veel foto's
beschikbaar, waaruit bleek dat hij ongeringd
was. De vogel vertoonde ook
geen andere tekenen van een voormalig
verblijf in gevangenschap. De soort
heeft door meer dan 20 (als wild aanvaarde)
gevallen ver buiten zijn Noord-
Amerikaanse broedgebieden bewezen een voldoende mate van vagrancy potential
te hebben (er zijn onder meer
gevallen op Hawaï, de Azoren en de Canarische
Eilanden, en in Groot-Brittannië,
Ierland en IJsland). Hoewel de soort
veelvuldig in gevangenschap wordt
gehouden en daaruit ook geregeld
ontsnapt (getuige de vele bewezen geringde
vogels in Nederland) en zelfs al
broedend zou zijn aangetroffen (nabij
Mijdrecht ZH in 2008), is de cdna van
oordeel dat er bij dit exemplaar geen
harde bewijzen waren voor een verleden
in een waterwildcollectie. Conform
het beleid van de cdna is deze waarneming
daarom aanvaard als eerste geval.
Nieuwe waarnemingen van deze soort
zullen steeds worden beoordeeld op
basis van strenge criteria met betrekking
tot ongeringdheid en tekenen van
gevangenschap.
Voor Bulwers Stormvogel Bulweria
bulwerii (Westplaat, Maasvlakte ZH, 21
augustus 1995) geldt de omgekeerde
route: deze soort is na bijna 17 bewogen
jaren op de Nederlandse lijst, met
verschillende herbeoordelingen, afgevoerd.
Op grond van nieuwe informatie
over de determinatie van stormvogeltjes
(inclusief Bulwers Stormvogel)
beschikbaar gesteld door Bob Flood
en gepubliceerd (British Birds 100: 407-
442, 2007, Limicola 22: 81-124, 2008),
werd het enige geval opnieuw door de
cdna beoordeeld. Al het beschikbare
diamateriaal is kritisch geanalyseerd en
vergeleken met de vele nieuwe foto's
die in de afgelopen 15 jaar beschikbaar
zijn gekomen, aangevuld met meningen
van buitenlandse experts over de
herkenning. Hierbij werd met name
aandacht besteed aan het uitsluiten
van Chinees Stormvogeltje Oceanodroma
monorhis. Na drie intensieve discussierondes
is de cdna van oordeel dat
deze soort niet afdoende kan worden
uitgesloten en dat het geval daarom
niet aanvaardbaar is.
De volgende soorten zijn afgevoerd
van de beoordeellijst: Slangenarend
Circaetus gallicus, Steppekiekendief
Circus macrourus, Noordse Nachtegaal
Luscinia luscinia en Bruine Boszanger
Phylloscopus fuscatus. Voor deze soorten
geldt dat er in de afgelopen 30 jaar
gemiddeld twee of meer exemplaren
per jaar in Nederland zijn vastgesteld
en daarmee voldoen ze niet meer aan
de criteria om te worden beoordeeld.
Voor een aantal soorten waarvan het
aantal exemplaren de grens van twee
per jaar overstijgt maar het aantal gevallen
niet (bijvoorbeeld Vale Gier Gyps
fulvus) blijft de beoordeelstatus gehandhaafd.
Ten aanzien van meldingen van overvliegende
vogels die alleen werden gehoord
en waarvan alleen een geluidsopname
beschikbaar is, staat in het
Handboek cdna (zie www.dutchbirding.
nl) te lezen: "Een geval waarbij de documentatie
enkel bestaat uit een geluidsopname
bij een slechts overvliegende vogel
komt in principe niet voor aanvaarding
in aanmerking. In gevallen van roepende
overvliegende vogels dient de vogel in
kwestie zodanig beschreven of gefotografeerd
te zijn dat dit de determinatie
ondersteunt waarbij de geluidsopname
als doorslaggevend kan worden gezien."
Er is besloten om deze regel te versoepelen
en uit het handboek te verwijderen.
Dit betekent dat vogels waarvan
alleen een geluidsopname is gemaakt,
zonder dat de vogel zelf is gezien, voor
aanvaarding in aanmerking kunnen komen.
Wel geldt dat er sprake moet zijn
van een duidelijke opname met een diagnostische
roep en dat het zeker moet
zijn dat het geluid niet afkomstig is van
een geluidsdrager. Dit zal uiteraard van
geval tot geval kritisch worden beoordeeld.
De herroulaties van waarnemingen
van Bronskopeend Anas falcata, Jufferkraanvogel
Grus virgo, Roodsterblauwborst
Luscinia svecica svecica en bergfluiter
Phylloscopus bonelli/orientalis
(exemplaren waarvan de zang is opgenomen)
zijn nog gaande. De afgelopen
winter met veel Kleine Burgemeesters
Larus glaucoides heeft veel kennis opgeleverd
over de kleedvariatie bij de
nominaatvorm van deze soort. Omdat
gebleken is dat vooral tweede winter
exemplaren zeer variabel en behoorlijk
donker kunnen zijn, is het uitsluiten
van Kumliens Meeuw L. g. kumlieni
complexer dan misschien voorheen
werd gedacht. Gedetailleerde beschrijvingen
en foto's of videobeelden
van de tekening van de buitenste
handpennen zijn daarbij cruciaal. Op
basis van deze kennis is besloten om
te onderzoeken of herroulatie van de
eerste Kumliens Meeuw in Nederland
(Terschelling Fr, 30 januari 2005; Dutch
Birding 31: 17-19, 2009) gewenst is. Naar
aanleiding van het artikel over criteria
voor veldherkenning van tweede
kalenderjaar Baltische Mantelmeeuw
L. graellsii fuscus (Dutch Birding 33: 304-
311, 2011) is afgesproken de aanbevelingen
op de volgende vergadering te behandelen.
Indien de cdna accoord gaat,
zal een aantal oude waarnemingen van
vogels zonder (kleur)ringen alsnog of
opnieuw worden beoordeeld en zouden
in de toekomst ook waarnemingen
van ongeringde vogels kans maken op
aanvaarding
[pdf alleen voor leden] [english summary]
|