Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

NIJLAND F (2007) Een succesvol broedjaar voor weidevogels in 2006. LIMOSA 80 (3): 96-102.

Het jaar 2006 gaat de boeken in als een opmerkelijk jaar voor broedende weidevogels. Door de bijzondere weersomstandigheden werd een groot deel van het boerengrasland veel later gemaaid dan gebruikelijk. Bovendien had het nog niet gemaaide gras een gevarieerde structuur, op het eerste gezicht ideaal voor opgroeiende grutto- en tureluurkuikens. Gegevens van het Weidevogelmeetnet Friesland over het 'bruto territoriaal succes' van Grutto en Tureluur laten zien dat 2006, in tegenstelling tot de negen jaren ervoor, voor beide soorten inderdaad een succesvol broedjaar was. De gegevens leren ons dat latermaaien een belangrijke sleutel is om de neergaande aantalstrends van deze weidevogels omte kunnen buigen.

Voor weidevogelliefhebbers gaat het voorjaar van 2006 de boeken in als zeer uitzonderlijk. Maart was een zeer koude maand en ook het eerste deel van april was aan de koude kant, waardoor de grasgroei pas laat op gang kwam (figuur 1). Pas toen in de loop van april de temperaturen stegen begon het gras beter te groeien. De eerste weken van meiwaren relatiefwarm,maar hetmeeste graswas toen nog niet maairijp. Boeren die in de voorgaande jaren al vanaf eind april konden maaien, zagen zich nu genoodzaakt het maaien uit te stellen. Pas in de tweede week van mei werd een deel van de percelen gemaaid. Een tamelijk langdurige regenachtige periode vanaf half mei zorgde er voor dat de overige percelen pas in de eerste en tweede week van juni konden worden gemaaid (figuren 1 en 2). Dit was niet alleen in Friesland het geval, maar globaal gezien in heel Nederland.
      Zo ontstond er een heden ten dage zeer bijzondere situatie. Op demeeste boerenbedrijven, zowelmet als zonder beheersovereenkomsten voor weidevogelbeheer, was er eind mei/begin juni, wanneer de eerste gruttogezinnen vliegvlug worden, volop nog niet gemaaid of beweid grasland aanwezig. Dat kon oplopen tot ettelijke tientallen procenten van het graslandoppervlak (figuur 2). En dat niet alleen: als gevolg van de vertraagde groei had het ongemaaide gras zelfs op hoogproductieve percelen een tamelijk gevarieerde structuur met dichtere en meer open plekken, en kortere en langere vegetaties. Al met al een op het eerste gezicht ideale situatie voor het opgroeien en vliegvlug worden van jonge Grutto's Limosa limosa en andere weidevogels. Gruttokuikens zijn voor voedsel (insecten) en dekking vooral afhankelijk van de aanwezigheid van ongemaaid, vrij hoog grasmet een enigszins open structuur (Nijland & Jager 2006, 2007, Schekkerman & Beintema 2007). Alle soorten gevaarlijke maaiwerkzaamheden voor nesten en kuikens waren in 2006 sterk verlaat, wat gratis 'kuikenland' opleverde, aangeboden door Moeder Natuur. Alle voorwaarden leken aanwezig voor een succesvol broedjaar voor steltlopers. Ook de ervaringen van weidevogelbeschermers en -tellers uit diverse delen van Nederland wezen in die richting. In dit artikel wordt voor Friesland onderzocht of deze ervaringen ook cijfermatig worden ondersteund.

[gratis pdf] [english summary]



limosa 80.3 2007
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster