Foto: Peter Teune
Limosa Zoek Afleveringen Abonnementen Redactie Instructies NOU Home English

Limosa artikel samenvatting      

[vorige]

[volgende]

TURNHOUT C VAN, DIJK A VAN, WEIDE M VAN DER & BEUSEKOM R VAN (2006) Roepende Roerdompen in Nederland: trefkansen, trends en aantallen.. LIMOSA 79 (1): 1-12.

Hollands hoorspel: een Roerdomp misthoornt in het riet. Maar sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw werd het steeds stiller in onze moerassen. Samen met andere moerassoorten leidde de Roerdomp een kwijnend bestaan. Moerasgebieden werden ontgonnen en vermesting, verdroging en versnippering eisten hun tol. Sinds de jaren negentig keerde het tij voor Roerdompen en namen de aantallen weer voorzichtig toe door zacht winterweer, natuurontwikkelingsprojecten en aangepast beheer. In 2003 werd een poging gedaan om deze soort landdekkend te inventariseren. Naast de populatiegrootte is ook de effectiviteit van verschillende inventarisatiemethoden onderzocht. En niet alleen de Roerdompen zelf, maar ook hun gehoemp is in kaart gebracht.

De Roerdomp Botaurus stellaris is één van Nederlands meest karakteristieke moerasvogels. De soort is zowel binnen als buiten het broedseizoen afhankelijk van overjarige vegetaties van hoge, smalbladige moerasplanten, vooral Riet Phragmites australis en lisdodde Typha sp., die permanent of periodiek onder water staan (van der Hut 2001, Gilbert et al. 2005). De populatie Roerdompen in Nederland staat onder druk en de soort staat daarom als 'bedreigd' op de Rode Lijst (van Beusekom et al. 2005). Tot halverwege de 20e eeuw was ontginning van moerassen een belangrijke oorzaak van het verdwijnen van Roerdompen, de laatste decennia heeft de soort vooral te kampen met de gevolgen van eutrofiëring, verdroging, tegennatuurlijk waterpeilbeheer, versnippering en intensief rietbeheer. In veel gebieden zijn hierdoor structuurrijke en deels overjarige waterrietvegetaties veranderd in verruigd landriet, structuurloze eenjarige rietpercelen of zelfs moerasbos.
      Over de recente verspreiding en aantallen van de Roerdomp in Nederland is veel bekend (Bijlsma et al. 2001, Sovon 2002, van Dijk et al. 2005). De indruk bestaat echter dat de soort wordt onderteld in kerngebieden of wordt gemist in kleine, geïsoleerde moerassen (van der Hut 2001). Een compleet beeld van verspreiding en aantallen is belangrijk voor een adequate bescherming van de Roerdomp (den Boer 2000). Daarom werd 2003 door Sovon en Vogelbescherming Nederland uitgeroepen tot 'Jaar van de Roerdomp', en werd gestreefd om met extra inspanningen een volledige, landdekkende inventarisatie uit te voeren. De nauwkeurigheid van inventarisaties, en daarmee de betrouwbaarheid van monitoringgegevens en populatieschattingen, hangt in grote mate af van de kans om Roerdompen tijdens veldbezoeken aan te treffen. Hierover is voor de Nederlandse situatie slechts weinig informatie voorhanden (Hustings et al. 1985, Beemster 1997, van der Hut 2001). Door middel van extra waarnemingen is tijdens de inventarisatie ook onderzoek gedaan naar de trefkans van Roerdompen. In dit artikel presenteren we resultaten van die inventarisatie en geven we een samenvatting van recente trends in aantallen en verspreiding.
      In het kader van het 'Jaar van de Roerdomp' is ook aandacht besteed aan de beschrijving van de roerdomproep. Roerdompen roepen niet continu, maar in strofen (ook wel hoempseries of treintjes genoemd). Het aantal hoempseries per tijdseenheid is volgens Poulin & Lefebvre (2003b) gerelateerd aan de lokale dichtheid, maar het gemiddeld aantal hoempen per serie is dat niet en zou een maat voor de conditie van Roerdompen zijn. Hoe fitter de Roerdomp, hoe langer de hoempseries. In kleine moerassen, met weinig variatie in dichtheden, kan de lengte van hoempseries een indruk geven van de habitatkwaliteit, want verwacht mag worden dat de meest concurrentiekrachtige mannetjes de beste plekken weten te bezetten (Poulin & Lefebvre 2003b). Door jaarlijkse monitoring van hoempseries zouden bovendien ontwikkelingen in de conditie van Roerdompen gevolgd kunnen worden. Dit zou kunnen fungeren als een early warning systeem, dat waarschuwt voor negatieve ontwikkelingen die voor een langlevende soort als de Roerdomp pas op termijn in de aantalsontwikkeling zichtbaar worden. De mogelijkheden voor een dergelijke monitoring zijn in een kleinschalige haalbaarheidsstudie verkend. Roerdomp Botaurus stellaris

[gratis pdf] [english summary]



limosa 79.1 2006
[volledige inhoud van deze LIMOSA]


webmaster