SCHOPPERS J (2004) Neergang en herstel van de Roek als broedvogel in Nederland in de 20e eeuw. LIMOSA 77 (1): 11-24.
Jarenlange vervolging en een daaruit volgende afname brachten
de broedpopulatie van de Roek vijftig jaar geleden op een dieptepunt.
Verminderd gebruik van gifstoffen en een wettelijke bescherming
leidden in de jaren zeventig van de vorige eeuw in
veel voormalige broedgebieden een spectaculair herstel in.
Inmiddels lijkt de populatiegroei te stagneren. Tegelijk neemt het
aantal klachten over Roeken toe vanwege landbouwschade en
andere vormen van overlast bij broedkolonies. In dit artikel wordt
de aantalontwikkeling van Roeken over de afgelopen eeuw onder
de loep genomen, en wordt bediscussieerd welke factoren
hebben bijgedragen aan het herstel van de populatie.
Roeken Corvus frugilegus worden al heel lang
met argusogen bekeken. Boeren klagen over
schade aan landbouwgewassen, en omwonenden
van kolonies ondervinden overlast van de
broedende vogels. In de jaren vijftig en zestig
stond de populatie sterk onder druk door vergiftigingen,
afschot en verstoring tijdens de broedtijd.
Pas in 1977 kreeg de soort jaarrond wettelijke
bescherming. Dit vormde het begin van een
spectaculair populatieherstel. Vooral in de jaren
tachtig en negentig van de vorige eeuw groeide
de Nederlandse broedpopulatie. In dezelfde
periode nam het aantal klachten van vooral omwonenden
van broedkolonies en boeren toe.
Discussies over schade en overlast door Roeken
worden vooral regionaal gevoerd, op gemeentelijk
niveau en vooral in het oostelijk deel
van het land (Schoppers in voorbereiding).
Belangrijkste oorzaken van overlast zijn lawaai,
uitwerpselen en landbouwschade (Vogelbescherming
Nederland 2000).
De Nederlandse Roeken zijn grotendeels
standvogel en een deel overwintert in Oost-
Engeland (Speek & Speek 1984). Waarschijnlijk
vertoont hun trekgedrag overeenkomsten met
dat van Duitse Roeken waarvan slechts een
kwart wegtrekt, vooral jonge vogels, die gemiddeld
374 km afleggen (Ruge 1986). In Engeland
zijn overwinterende Roeken van het continent
voornamelijk afkomstig uit Nederland en Duitsland
(Lack 1986). In Nederland gevonden buitenlandse
Roeken kwamen uit Oost-Europa,
Fenno-Scandinavië en West-Rusland. Deze vogels
overwinteren in Nederland of zijn op doortrek
naar Oost-Engeland of Noord-Frankrijk
(Speek & Speek 1984). Dit artikel behandelt,
meer dan in recente landelijke overzichten (van
Dijk et al. 1994-2000 in serie, Eggenhuizen
2002) niet alleen de verspreiding en aantallen,
maar ook de habitatkeus en de schadeproblematiek.
Roek Corvus frugilegus
[gratis pdf] [english summary]
|