PARLEVLIET J (2003) Broedvogels in Nederland in de 20e eeuw. LIMOSA 76 (4): 141-156.
In de nieuwe Broedvogelatlas (Sovon 2002) is onder andere samengevat
hoe het de Nederlandse broedvogels in de afgelopen
kwart eeuw is vergaan. Dit stimuleerde Jan Parlevliet om deze
analyse uit te breiden tot de gehele twintigste eeuw. Dat is gewaagd
gezien de beperkte kennis over broedvogels in het begin
van de vorige eeuw, maar ook gezien de enorme en vaak complexe
veranderingen die het Nederlandse landschap in de laatste
100 jaar heeft ondergaan. Minstens zo gewaagd is de visie
van de auteur dat de toegenomen variatie aan broedvogelsoorten
kan worden gezien als een verbetering van het natuurlijk milieu,
vooral als gevolg van natuurbeschermingsmaatregelen. Dit
druist in tegen het algemene denkbeeld onder Nederlandse vogelaars,
die het over het algemeen bitter te moede wordt als de
broedvogelbevolking uit de periode van vóór de grote landbouwhervormingen
wordt vergeleken met de situatie heden ten
dage. Een optimistische knuppel in het hoenderhok?
De tweede broedvogelatlas (Sovon 2002), een
schitterend boek, geeft zeer gedetailleerd de
stand van zaken weer aan het eind van de 20e
eeuw. Samen met de eerste broedvogelatlas
(Teixeira 1979) bestaat er nu een goede documentatie
over de aanwezigheid van de broedvogels
in Nederland in de laatste decennia van
de 20e eeuw. Maar hoe is het met onze broedvogels
gegaan sinds het begin van die eeuw?
Niet best, volgens de berichtgeving die tot ons
komt. Wereldwijd gezien lijkt dit ook een juiste
zienswijze te zijn. Tijdens de eind 1999 gehouden
Bird Life World Conference werd vastgesteld
dat wereldwijd 1200 vogelsoorten met uitsterven
worden bedreigd. Nog eens 900
soorten staan op de nominatie aan deze lijst te
worden toegevoegd (Anonymus 2000). Mijn eigen
ervaring, ruim 57 jaar vogels bekijken, ondersteunt
dat beeld echter niet voor ons land.
Hierdoor ontstond bij mij de behoefte het verloop
van de Nederlandse broedvogels over de
gehele 20e eeuw te analyseren.
Dat het niet best gaat met de natuur, zeker
wereldwijd, is een feit. Dat kan ook niet anders
met meer dan zes miljard mensen. Toch is het
nuttig ons af te vragen wat er bedoeld wordt met
de kwaliteit van de natuur. Een belangrijk criterium
voor de kwaliteit van de natuur is de variatie
aan levensvormen; hoe groter de variatie hoe
beter de kwaliteit. Een tweede criterium kan gevonden
worden in de aantallen van de diverse
levensvormen. De avifauna, met name de
broedvogelfauna, is een toegankelijk deel van
de fauna en leent zich goed voor een analyse
van deze criteria. Is de situatie in Nederland wel
zo somber?
Het landschap in Nederland, grotendeels cultuurlandschap,
is in de 20e eeuw enorm veranderd.
Dit moet wel diepe sporen in flora en fauna
hebben achtergelaten. Dat een veranderend
milieu gepaard gaat met veranderingen in de
populaties van de bewoners (planten en dieren)
lijkt vanzelf sprekend. In dit artikel wordt getracht
een overzicht te geven van de veranderingen
in de 20e eeuw bij de broedvogels in
Nederland, zowel wat betreft soorten als wat betreft
aantallen per soort.
[gratis pdf] [english summary]
|