VOSKAMP P & DRIESSEN J (2003) De Brilduiker Bucephala clangula als broedvogel in Nederland: populatieontwikkeling en habitatgebruik. LIMOSA 76 (2): 59-68.
In het IJsseldal broeden al bijna 20 jaar Brilduikers. Dit past in de
uitbreiding van het broedareaal, maar van een definitieve doorbraak
lijkt nog geen sprake. Als de jongen net uitgekomen zijn
staan Brilduikers voor de strategische keuze de jongen op te laten
groeien op watertjes dicht bij de nestholte of een risicovolle
tocht te ondernemen naar voedselrijkere wateren op grotere afstand.
In 1985 werd het eerste succesvolle Nederlandse
broedgeval van de Brilduiker Bucephala
clangula beschreven (Hottinga 1985a). Sindsdien
is er maar weinig bekend geworden over
broedende Brilduikers in Nederland. Waarschijnlijk
bleven de vestigingen te lokaal en bleven
ze hoofdzakelijk beperkt tot het IJsseldal.
Voor veel waarnemers is een baltsend brilduikerpaar
op een vijverpartij in een landgoedbos
een on-Nederlands beeld. Broedende Brilduikers
zijn daarom door sommigen ook wel beschouwd
als ontsnapt uit watervogelcollecties
(Lensink 1996a). De vestiging in het IJsseldal
was echter in lijn met een uitbreiding van de
broedpopulaties in grote delen van Noordwest
Europa, waaronder een duurzaam gebleken
nieuwe vestiging in Groot-Brittannië in de jaren
zeventig (Dennis & Pöysä 1997).
In het IJsseldal werd de ontwikkeling van de
broedpopulatie Brilduikers gevolgd. Naast informatie
over de aantalontwikkeling werd er informatie
verzameld over habitatgebruik, broedbiologie,
dispersie van vrouwtjes met jongen en
overleving van pulli. In dit artikel worden de resultaten
van jaarlijkse inventarisaties van de
IJsseldalpopulatie gepresenteerd. Deze gegevens
zijn aangevuld met waarnemingen van
broedende Brilduikers uit de rest van Nederland.
In het methodisch deel wordt dieper ingegaan
op de gedragingen van Brilduikers tijdens
de broedcyclus en de aanknopingspunten die
deze bieden bij broedvogelinventarisaties
[gratis pdf] [english summary]
|