DEUZEMAN SB & TEMPEL J (1998) Broedende Witwangsterns Chlidonias hybridus in Nederland in 1997. LIMOSA 71 (4): 167-168.
In 1997 werd langs de noordelijke Randmeren een
succesvol broedgeval van Witwangsterns vastgesteld.
De exacte locatie wordt geheimgehouden in
verband met de kwetsbaarheid van het bedoelde
gebied. De eerste waarneming in deze omgeving
dateert van 23 mei, toen drie Witwangsterns gezien
werden (R. Foppen). Op 31 mei was een foeragerend
individu aanwezig op c. 12 km ten noorden
van de vorige locatie (S. B. Deuzeman).
Vanaf 5 juni werden opnieuw Witwangsterns op
de eerste locatie waargenomen; doorgaans ging
het om twee exemplaren, maar op 13 juni waren er
drie aanwezig (RF). Het nest werd ontdekt op 9
juni en de vogels werden vanuit een schuilhut gefotografeerd.
Ret nest bevatte twee eieren. Op 31
juli was minimaal een uitgevlogen jong aanwezig,
dat nog door de ouders gevoerd werd (1. Tempel).
Het broedgeval vond plaats in een door open
plekken onderbroken kraag van voornamelijk
eenjarig riet. Het nest bevond zich te midden van
een kolonie van 20 paar Zwarte Sterns Chlidonias
niger. In het midden van het gebied was na het
maaien van het riet een opeenhoping van rietafval
blijven liggen. Dit vormde het nestmateriaal van
de Zwarte Sterns en Witwangsterns. Er is een constant
waterpeil aanwezig.
Interessant is de melding van een paar op 2 juni
1996 op c. 4 km ten noorden van de broedlocatie.
Ret paar was aanwezig in de buurt van geschikt
lijkende nesthabitat (mattenbiesvelden). Bij een
tweede bezoek op 5 juni 1996 werden de vogels
echter niet meer waargenomen, zodat wordt aangenomen
dat het late doortrekkers betrof (R. Foppen).
In Nederland is de Witwangstem een onregelmatige
broedvogel. Broedgevallen, doorgaans in
kleine kolonies tot maximaal elf paren, zijn bekend
uit 1938, 1945, 1958, 1961 en 1965 (Teixeira
1979, Lensink 1993). Recente broedgevallen
zijn niet bekend of niet gepubliceerd, zodat het
broedgeval in 1997 vermoedelijk het eerste zekere
geval sinds 32 jaren vormt. Witwangsterns waren
in het voorjaar van 1997 wat algemener dan
andere jaren. Van 19 tot 30 mei waren bijvoorbeeld
maximaal 12 exemplaren aanwezig bij het
Foxholstermeer in Groningen; van een heuse invasie,
zoals het geval was bij de Witvleugelstem
Chlidonias leucopterus, was echter geen sprake
(van Dongen et al. 1997).
Ret Europese broedgebied van de Witwangstem
bereikt zijn noordgrens in Midden-Frankrijk,
Polen en Litouwen. Broedgevallen ten noorden
van de areaalgrens worden incidenteel
vastgesteld, mogelijk ten gevolge van ongunstige
omstandigheden in de reguliere broedgebieden,
bijv. door abnormale droogte (SOVON 1987). De
soort is in Zuid- en Oost-Europa een plaatselijk
voorkomende broedvogel in jaarlijks sterk fluctuerende
aantallen. Recent is een gevoelige afname
vastgesteld in verschillende Oost-Europese landen,
waaronder Rusland, een gevolg van een serie
droge jaren en drooglegging van moerasgebieden.
Ook de Mediterrane populatie neemt af door habitatvemietiging.
Tegelijkertijd is een toename geconstateerd
in o.a. Roemenië, maar dit neemt niet
weg dat de algemene trend in Europa negatief is
(Tucker & Reath 1994, Ragemeijer & Blair
1997).
[gratis pdf] [english summary]
|