MEIJER R & NAT J VAN DER (1989) De Witgesterde Blauwborst Luscinia svecica gered door de Biesbosch?. LIMOSA 62 (2): 67-74.
Witsterblauwborst = Witgesterde Blauwborst Luscinia svecica cyanecula Blauwborst Luscinia svecica = Cyalnosylvia svecica De Witgesterde Blauwborst broedt vooral in de lage delen van West-, Midden- en Oost-Europa (Cramp 1988). Ret is internationaal gezien een kwetsbare soort, waarvan de Noordwesteuropese populatie rand 1980 werd geschat op c. 2000 paren (Osieck 1982), waarvan ongeveer de helft in Nederland. De Blauwborst behoort tot de vogels die in vrijwel het gehele verspreidingsgebied sterk in aantal zijn verminderd door intensiever grondgebruik en aUerlei cultuurtechnische maatregelen (Schmidt 1970). Ook voor ons land vermelden vrijwel aUe regionale avifauna's aantalsvermindering of verdwijnen uit bepaalde gebieden. Als oorzaken worden onder meer genoemd: beeknormalisatie, waardoor moerasjes verdwijnen, verdwijnen van hopcultures, ontwatering van hoogveengebieden, staken van griendcultuur en omzetten van grienden in populierenbossen (o.a. van Erve et at. 1967, AUeijn et at. 1971, van den Bergh et at. 1979, van Dijk & van Os 1982, Reijnen 1982, Vogelwerkgroep Zuidoost- Achterhoek 1985). De laatste jaren is er echter een duidelijke kentering waar te nemen. Uit enkele gebieden worden grotere aantaUen gemeld. Gaf Van den Bergh (1979) in de Atlas van de Nederlandse broedvogels nog een raming voor Nederland van 900-1200 braedparen, in de A tlas van de Nederlandse vogels komt Van der Straaten (1987) al tot 2000-3000 broedparen. Deze toeneming is voor het overgrote deel te danken aan een spectaculaire groei in de Biesbosch. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van het voorkomen van de Blauwborst in dit gebied. Daarnaast wordt aandacht besteed aan problemen die optreden bij het inventariseren van de Blauwborst.
[gratis pdf] [english summary]
|