BERGH LMJ VAN DER (1989) Bijblijven: De uitbreiding van de Wulp als weidevogel. LIMOSA 62 (1): 49-49.

Wulp Numenius arquata In de jaren zeventig werd een kleine broedpopulatie van de Wulp ontdekt in een graslandgebied in de Lijmers bij Giesbeek-Duiven ten oosten van Arnhem. Wulpen kwamen in die tijd in ons land hoofdzakelijk voor als broedvogel in heiden, hoogvenen en duinen. Zij nestelden slechts plaatselijk in graslanden, vooral in zand- en veengebieden. Voor het rivierengebied betrof het een nieuwe ontwikkeling. Sinds het voorjaar van 1982 is speciale aandacht geschonken aan enkele populaties Wulpen in het rivierengebied, aanvankelijk aileen in de Lijmers en in het zuiden van de Gelderse Vallei, later oak in andere delen. De broedpopulatie in het westen van de Lijmers (c. 2000 ha) heeft zich in 1975-82 uitgebreid van negen paren tot 28 paren. Daarna groeide de populatie nag door tot een maximum van 40 paren in 1984. Sedertdien lijkt de populatie zich tussen 30 en 40 paren te hebben gestabiliseerd (figuur I). In het zuiden van de Gelderse Vallei, waar in 198 I het eerste broedgeval werd geconstateerd, verlaopt de kolonisatie moeizamer dan in de Lijmers, want daar werden in 1988 nog maar zes territoria vastgesteld.

[gratis pdf] [english summary]