PLATTEEUW M (1989) Bijblijven: Geelpootmeeuwen in Nederland: steeds algemener?. LIMOSA 62 (1): 49-50.
Geelpootmeeuw Larus michahellis De afgelopenjaren worden in waarnemingsrubrieken van vogelbladen steeds vaker waarnemingen opgegeven van Geelpootmeeuwen. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat deze vogels in toenemende mate in ons land voorkomen. Alvorens deze conclusie te kunnen trekken, moeten problemen rond taxonomische status en herkenning worden besproken. Tot voor kort was de algemene tendens om aile grote geelpotige meeuwen, met uitzondering van deKleine Mantelmeeuw, te beschouwen als ondersoorten van de Zilvermeeuw. Sinds het einde van de jaren zeventig is men meer en meer geneigd de zuidelijke ondersoorten van de Zilvermeeuw als een aparte soort te beschouwen: de Geelpootmeeuw Larus cachinnans. Het gaat om de ondersoorten atlantis (Canarische Eilanden en Madeira), michahellis (Middellandse Zee) en cachinnans (Zwarte en Kaspische Zee) samen met barabensis (Centraal- Azie) en mongolicus (Oost-Azie). Onlangs is vastgesteld dat bij de noordwaartse uitbreiding van michahellis en de zuidwaartse uitbreiding van de Britse Zilvermeeuw (ondersoort argenteus) op het Ile d' Oleran (Frankrijk) beide in dezelfde kolonie braeden zander bastaardering.
[gratis pdf] [english summary]
|