HUSTINGS F & GANZEVLES W (1984) Aantallen, verspreiding en broedbiologie van de Kramsvogel Turdus pilaris in Zuid-Limburg. LIMOSA 57 (2): 37-42.

Kramsvogel Turdus pilaris De dynamiek in de ruimtelijke verspreiding van vogelsoorten is een aspect dat in ons land betrekkelijk weinig aandacht krijgt. Aan soorten die uit een gebied verdwijnen, wordt vaak pas aandacht besteed wanneer de achteruitgang al in volle gang is; een vergelijking met de oorspronkelijke situatie is dan doorgaans niet meer goed mogelijk. Anders is het bij soorten die toenemen. Door in een voldoende omvangrijk gebied aantallen en verspreiding te volgen, kunnen essentiele vragen worden bestudeerd als: vindt de uitbreiding willekeurig plaats over aile beschikbare biotopen of worden bepaalde biotopen het eerst bezet, loopt het gebied geleidelijk vol of vindt deuitbreiding plaats uit vestigingskernen en wijken de vogels in de uitbreidingsgebieden wat betreft broedbiologie af van de vogels in de reeds langer bezette gebieden? De Kramsvogel, sinds. het midden der jaren zeventig een regelmatige broedvogel in Nederland, lijkt een bijzonder geschikte soort te zijn om enkele van deze vragen onder de loep te nemen. Het is immers een soort waarbij al vele decennia een duidelijke tendens tot uitbreiding te constateren is (overzicht van recente ontwikkeling in West-Europa bij Haas 1982). Bovendien is het een tamelijk opvallende vogel in de broedtijd, hetgeen redelijk nauwkeurige tellingen mogelijk maakt. In dit artikel wordt ingegaan op de situatie in Zuid-Limburg, dat in Nederland het eerst op omvangrijke schaal werd gekoloniseerd. Hoewel de ontwikkeling van de stand nog niet gestabiliseerd is, leek het toch zinvol reeds enkele bevindingen mede te delen. Voor een overzicht over aantallen en verspreiding over de gehele provincie wordt verwezen naar Ganzevles et at. (1983).

[gratis pdf] [english summary]